Blokland komt hiermee een afspraak na die hij dit voorjaar tijdens de declaratieaffaire maakte met het partijbestuur van de ChristenUnie. Voorzitter Van Daalen zegt de stap te waarderen, maar blijft „betreuren dat de publiciteit over de kilometervergoedingen voor velen een negatief beeld opleverde tijdens de in juni gehouden verkiezingen.”

Voor de nieuwe zittingsperiode waarvoor Blokland in juni werd verkozen, zijn „heldere afspraken” gemaakt om nieuwe affaires te voorkomen, laat het bestuur weten. Zo zal Blokland zijn algemene onkostenvergoeding in het vervolg volledig verantwoorden en niet langer een bedrag van 480 euro daarvan uitsluiten. Overigens ging dat geld wel op aan zijn parlementaire werk.

Met Blokland is verder afgesproken dat hij zich volledig zal conformeren aan de gedragscode die de Nederlandse europarlementariërs op dit moment verder verfijnen. Bovendien zal hij jaarlijks een openbare en door een registeraccountant beoordeelde verantwoording geven van hoe hij is omgesprongen met zijn onkostenvergoeding.

Hiermee is voor wat betreft het ChristenUnie-bestuur de kous af, benadrukt Van Daalen. Wel moet Blokland nog verantwoording afleggen aan het uniecongres dat de partij op 13 november houdt. Tegen hem is een motie ingediend door de afdeling Reeuwijk, die het bestuur oproept „sterke aandrang op de heer Blokland uit te oefenen” om zich te bezinnen op de vraag of hij na de affaire nog wel europarlementariër kan blijven. Het bestuur laat het oordeel over de motie aan de leden en spreekt geen advies uit.

Het partijbestuur van de SGP liet maanden geleden, na onafhankelijk maar geheim onderzoek naar de handelwijze van SGP’er Belder weten dat er niets onrechtmatigs was gebeurd en dat zij daarom niet op de kwestie door wilde gaan.