„Aftocht Buttiglione meer dan incident”
De gedwongen aftocht van kandidaat-eurocommissaris Buttiglione is voor bijbelgetrouwe christenen „een verontrustend signaal”, vindt ds. W. Silfhout uit Capelle aan den IJssel. „Dit geeft mensen een handvat om zich ook in ons land op gelijke wijze tegen christelijke gezagsdragers te keren.”
Afgelopen zaterdag zat er voor Buttiglione weinig anders meer op. Na enkele spannende weken gaf de Italiaanse kandidaat-eurocommissaris er de brui aan. Hij trok zich terug als kandidaat voor de belangrijke post van Justitie, nadat het Europees Parlement duidelijk had gemaakt het niet te accepteren dat hij persoonlijk van mening is dat de homoseksuele leefwijze zondig is. Dat Buttiglione verzekerde dat de burgerlijke vrijheden bij hem in goede handen zijn en dat zijn persoonlijke opvatting het beleid van non-discriminatie op geen enkele wijze zou schaden, deed er voor het parlement niet toe. Exit Buttiglione.
Een ver-van-ons-bed-show? Ds. Silfhout, predikant van de gereformeerde gemeente te Capelle aan den IJssel, meent van niet. „Het gaat hier niet om iets dat alleen maar over de grens gebeurt. Ontwikkelingen in Europa hebben al snel ook hun weerslag op Nederland. Als voor zo’n hoge functie als eurocommissaris iemand wordt afgewezen vanwege zijn persoonlijke visie op homoseksualiteit en de plaats van de vrouw, geeft dat mensen een handvat om zich ook in ons land op gelijke wijze tegen christelijke politici of bestuurders te keren. Verkeerde geesten kunnen hier gemakkelijk garen bij spinnen. Dat de SGP in 2003 moest afhaken bij de formatiebesprekingen, was mede een gevolg van haar visie op vrouwen en homoseksualiteit.”
Het gaat volgens ds. Silfhout, binnen zijn kerkverband secretaris van het deputaatschap bij de hoge overheid, beslist om meer dan een losstaand incident, in de trant van: het Europees Parlement wilde even zijn tanden laten zien en meer hoeven we er niet achter te zoeken. „Nee, het afwijzen van Buttiglione vanwege zijn bijbelse opvattingen over homoseksualiteit en over de plaats van de vrouw, past in een reeks van feiten. Het is een uiting van een algemeen waarneembare tendens.”
Hij wijst op enkele recente gebeurtenissen, zoals de ophef over het weigeren van het homoblad Expreszo door christelijke scholen en de kritische vragen van D66-kamerlid Van der Laan over de wijze waarop reformatorische scholen hun leerlingen beschermen tegen vunzige internetsites. „Als ik de laatste tijd de krant lees, lijkt het wel of ik op elke bladzijde van het RD iets lees over de kritiek die er bestaat op het christelijk standpunt over homofilie. Er komt blijkbaar een geest op die zegt: Dit soort uitlatingen tolereren wij, moderne mensen, niet meer.”
De Capelse predikant plaatst de ontwikkeling in het kader van de eindtijd. „De Bijbel schetst de eindtijd onder meer als een in materieel opzicht welvarende tijd, die echter voor de kinderen van God benauwend is. Soms vraag je af: Hoe lang kun je nog in vrijheid zeggen: Zo zegt de Heere…?”
Voor zichzelf heeft hij op dit moment nog niet het gevoel belemmerd te worden in zijn meningsuiting. „Als ik over het zevende gebod moet preken, denk ik bij de voorbereiding goed na over wat ik zeg en hoe ik het zeg. Ik probeer me dan in te leven in hoe mijn woorden over zullen komen op mensen die met homofile gevoelens kampen. Dat doe ik bij andere thema’s, zoals echtscheiding, ook. Ik probeer mijn woorden zorgvuldig te kiezen en zeg bepaalde dingen niet zo fors als bijvoorbeeld Luther ze in zijn tijd zei. Maar dat is iets anders dan bang zijn juridisch op je uitdrukkingen aangevallen te zullen worden. Die angst heb ik niet. Daar is geen reden toe.”
Dit is het eerste deel in een korte serie over de mate waarin het uiten van bijbelse opvattingen over homoseksualiteit in de westerse wereld nog wordt getolereerd. Woensdag een gesprek met rabbijn Evers.