Dat heeft Bruce George, hoofd van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), maandag gezegd.

De OVSE stuurde waarnemers naar de verkiezingen van zondag, waarbij premier Viktor Janoekovitsj en zijn hervormingsgezinde rivaal Viktor Joesjtsjenko de winnaars zijn geworden. Zij moeten in een tweede ronde op 21 november uitmaken wie het nieuwe staatshoofd wordt.

OVSE-topman George zei op een persconferentie dat er in vergelijking met de parlementsverkiezingen van 2002 sprake was van een stap terug. Het staatsapparaat heeft zich in de aanloop naar de verkiezingen volledig voor Janoekovitsj ingezet, terwijl het de oppositie onderdrukte, aldus George. Als ergste schendingen noemde de OVSE-missie de berichtgeving door de pers ten gunste van Janoekovitsj en de pogingen van staatsinstellingen de verkiezingen te beïnvloeden, onder meer door demonstraties van de oppositie te verbieden of te verstoren.

Uit onvrede over het verloop van de verkiezingen gingen maandag in de stad Lviv tussen de 10.000 en de 15.000 studenten de straat op. Onder hen waren leden van een pacifistische studentenbeweging. De betogers riepen leuzen ten gunste van Joesjtsjenko en repten van het vervalsen van de stembusresultaten.

Na het tellen van 94 procent van de stemmen had Janoekovitsj met 40,1 procent van de stemmen een voorsprong op Joesjtsjenko, die op dat moment op 39,1 procent stond, aldus de kiescommissie.