Tijdens de nationale feestdag Australiëdag wordt gevierd dat in 1788 een Britse vloot arriveerde om een gevangeniskolonie op te richten. Dat wordt gezien als het begin van de kolonisatie van het enorme eiland. Veel afstammelingen van inheemse inwoners zijn minder blij met de feestdag, die ze Invasiedag noemen.

In Sydney hielden betogers borden omhoog met opschriften als „geen datum om te vieren”. In de metropool mogen vanwege de pandemie eigenlijk niet meer dan 500 mensen bijeen komen. Organisatoren en de politie spraken volgens lokale media af dat de duizenden demonstranten opgedeeld zouden worden in groepen van enkele honderden mensen.

In het park scandeerden mensen „het was en zal altijd land van de Aboriginals blijven”. Ook in steden als Adelaide, Brisbane en Melbourne gingen duizenden mensen de straat op. „Voor ons vertegenwoordigt het culturele genocide”, zei een betoger over de feestdag. „Jaren en jaren van ziekte en hongersnood.”

In Australië wordt een verhitte discussie gevoerd over hoe het verder moet met de nationale feestdag. Critici roepen op de datum aan te passen of het feest helemaal te schrappen. De regering voelt daar niets voor. Premier Scott Morrison benadrukte onlangs dat de geschiedenis „voor altijd veranderde” in 1788. Niets kan dat volgens de premier nu nog veranderen.