Burgemeester Eindhoven: doe burgerplicht en geef relschoppers aan
Burgemeester John Jorritsma van Eindhoven roept mensen op hun „burgerplicht” te doen. „Als u figuren kent die hebben deelgenomen aan de rellen, geef ze aan.”
De burgemeester van de stad die zondag te maken kreeg met geweld, plunderingen en vernielingen, reageerde maandag voorafgaand aan het Veiligheidsberaad emotioneel. „Mijn hart huilt. Ik loop al lang mee in het openbaar bestuur. Ik heb heel, heel, heel veel meegemaakt, maar dit overschrijdt elke grens.”
Hij is woest dat „dit soort idioten” zijn stad op een negatieve manier in het nieuws brengen. „We gaan nu bespreken hoe wij dit soort gebeurtenissen de komende tijd te lijf gaan.”
Ook andere burgemeesters spraken hun afschuw uit over de onlusten die in het weekeinde op verschillende plekken plaatsvonden. Zij zijn verrast door de heftigheid van de gebeurtenissen.
Op sociale media gaan allerlei oproepen rond tot nieuwe rellen verspreid over het land. De burgemeesters zijn op de hoogte en geven aan dat ze zijn voorbereid. „Heel vaak nemen we de speculaties niet serieus, maar dat doen we nu wel”, zegt Hubert Bruls, de burgemeester van Nijmegen en voorzitter van het veiligheidsberaad. „Er is extra politie beschikbaar om de boel in de gaten te houden. Klein houden is de beste methode. Op de langere termijn moet er misschien assistentie komen. Dat is een punt van overleg met de minister. Duidelijk is wel dat de situatie om extra inzet vraagt.” Bruls lichtte niet toe op wat voor soort assistentie hij doelde.
„Reken maar dat we goed zijn voorbereid”, zegt Antoin Scholten van Venlo strijdbaar. De gemeente Stein waar het zaterdagavond onrustig was, ligt in zijn veiligheidsregio.
Ook Jan Zanen laat weten dat Den Haag is voorbereid op nieuwe onrusten. „Het is een combinatie van de avondklok, voorbeelden elders en opruiing via sociale media. Via sociale media wordt opgeroepen om bij elkaar te komen. Daar gaat het Openbaar Ministerie achteraan en dat is goed.”
Amsterdam is goed voorbereid, zegt burgemeester Femke Halsema. Zij omschrijft de ongeregeldheden op het Museumplein als „bedroevend”. Volgens haar kan de politie de situatie in haar stad nog goed aan. „De politie treedt op, zo lang als nodig is. Vanzelfsprekend ligt er bij hen een grote druk, maar de politie is aan zet.”
Het „aandeel Amsterdammers” in de rellen, is volgens haar heel beperkt. De relschoppers kwamen vooral uit allerlei andere delen van het land. „Ik roep daarom op: ga respectvol met de hoofdstad om.”