Straks volmaakt
Romeinen 8:1
„Zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest.”
Ondertussen zijn er vele verdrukkingen en ellenden op ons, die wij met andere mensen gemeen hebben. Waarom zijn die ook niet door Christus weggenomen? Ik antwoord: het kwade ervan is weggenomen, hoewel de verdrukkingen zelf blijven. De dood is niet weggenomen, doch de prikkel van de dood is geweerd. De dood, verdrukkingen en alle kwellingen zijn overwonnen door Jezus Christus, en zo zijn ze zijn dienstknechten gemaakt om ons goed te doen. Het kwade ervan is Gods toorn en de zonde, en die zijn door Jezus Christus weggenomen.
Nu, ook die verdrukkingen zouden weggenomen worden, indien het niet goed was dat zij bleven, want „alle dingen werken mee ten goede voor degenen, die God liefhebben” (Romeinen 8:28). Zo hebben wij dan een zeer volmaakte verlossing in de uitbreiding, maar niet in de trappen. De zonde blijft in ons, maar niet in de heerschappij en kracht. De toorn ontsteekt soms wegens de zonde, doch zij kan niet toenemen, noch branden tot een eeuwige gloed. Verdrukkingen en ellenden veranderen haar namen, en worden tuchtigingen en beproevingen genoemd, goed en niet kwaad. Maar Christus heeft de volle en volmaakte verlossing tot een andere dag bewaard, die daarom genoemd wordt: „de dag van de volkomen verlossing.” En dan zullen alle zonden, alle toorn, alle ellenden een einde hebben, en door het leven en de onsterfelijkheid verslonden worden (2 Korinthe 5:4).
Hugo Binning, predikant te Govan
(”Des zondaars heiligdom”, 1741)