Sharon: Niets veranderd in Palestijnse Autoriteit
De Israëlische premier Ariel Sharon ziet de zelfmoordaanslag van maandag in Tel Aviv als een bewijs dat er niets is veranderd aan het Palestijnse leiderschap. Hij zei dat tegen de Israëlische publieke radio.
„De terreuraanslag bewijst vandaag dat er niets is veranderd in de Palestijnse Autoriteit”, zei hij, doelend op de afwezigheid van de zieke leider Yasser Arafat. „Totdat ze echte stappen nemen om de terreur uit te roeien, de terreurorganisaties te ontmantelen, hervormingen in te voeren en de opruiing te stoppen, zal Israël zijn beleid voortzetten”, aldus de premier.
De zelfmoordaanslag van maandag kostte aan drie Israëli’s het leven. Het was de eerste aanslag sinds Arafat voor medische behandeling naar Parijs vertrok. Israël heeft de Palestijnse leider er vaak van beschuldigd het groene licht te geven voor dergelijke aanslagen. Sharon heeft hem herhaaldelijk een „obstakel voor de vrede” genoemd.
In verband met de ziekte van Arafat had de Israëlische regering gezegd haar strijd tegen het Palestijnse extremisme op een lager pitje te zetten opdat de situatie in de Palestijnse gebieden, waar Arafat geen duidelijke opvolgers heeft aangewezen en zijn vervangers dus draagvlak missen, niet escaleert. Na de aanslag leek het er echter op dat premier Sharon zijn „oorlog tegen het terrorisme” niet wil opschorten.
De dader was een 16-jarige jongen uit het vluchtelingenkamp Askar bij de stad Nablus op de Westelijke Jordaanoever. Volgens veiligheidsfunctionarissen in de krant Ha’aretz wilde de Palestijn aanvankelijk een aanslag plegen in Jeruzalem. Daar zag hij vermoedelijk van af omdat de veiligheidsmaatregelen in deze stad te streng zijn. Dinsdagmorgen heeft het Israëlische leger het huis van zijn ouders verwoest.
De bekendste recente actie van de PFLP had plaats in oktober 2001. Toen pleegde de beweging een aanslag op de Israëlische minister van Toerisme, Rehavam Zeevi. Het Israëlische leger pakte de groepering daarna hard aan.
Arafat pakte na de aanslag in Tel Aviv vanaf zijn ziekbed zelf de telefoon om zijn adviseur Nabil Abu Rudeina te bellen en hem opdracht te geven de aanslag te veroordelen. „Hij zei dat hij het doden van burgers door beide partijen veroordeelt”, aldus Rudeina. De Palestijnse minister Erekat riep de internationale gemeenschap op te helpen om het vredesoverleg tussen Palestijnen en Israëliërs weer op gang te helpen.
Ook de Palestijnse premier Ahmed Qurei veroordeelde de aanslag. Hij zei dat die de Palestijnse zaak geen goede dienst bewijst en dat hij daarom iedereen oproept burgers met rust te laten.
De explosie maandag had plaats bij een van de vele kraampjes aan de rand van de groentemarkt in het centrum van de Israëlische stad aan de Middellandse Zee. Uit angst voor een tweede ontploffing werd de Carmel-markt hermetisch afgesloten.
De laatste grote aanslag in Israël was eind september. In Jeruzalem kwamen twee Israëlische politiemannen om, toen een Palestijnse vrouw zichzelf opblies.
Sharon zei ook dat het vertrek van Arafat hem niet zal afbrengen van zijn unilaterale plan om de Gazastrook te verlaten en de nederzettingen daar te ontmantelen. Hij sloot echter nieuwe onderhandelingen met een opvolger van Arafat niet uit.
„Als er een ander, serieus Palestijns leiderschap wordt gevormd om de terroristische infrastructuur te ontmantelen, zullen wij de onderhandelingen hernieuwen op basis van de routekaart (voor vrede) en mogelijk zal dat worden gecoördineerd met het terugtrekkingsplan (uit Gaza)”, aldus Sharon. „Tot nu toe is er niets veranderd, dus geen aanleiding om het plan te wijzigen.”