Minderhedenrapport leidt tot schandaal
De officiële presentatie van een rapport over de rechten van minderheden in Turkije is maandag uitgelopen op een schandaal.
Voor de lopende camera’s en tijdens een rechtstreekse tv-uitzending trok een van de leden van de door de regering ingestelde mensenrechtencommissie het rapport uit de handen van de commissievoorzitter en scheurde het in stukken.
Commissievoorzitter Ibrahim Kaboglu brak de persconferentie af toen enkele andere leden van de commissie hun steun betuigden aan de actie van Fahrettin Yokus. Die is behalve commissielid secretaris-generaal van de ambtenarenvakbond Kamu-Sen.
Het rapport roept op tot een fundamentele verandering in de manier waarop minderheden in Turkije worden behandeld. Dat is volgens de samenstellers nodig om Turkije op één lijn te brengen met de Europese Unie, waarvan het land graag lid wil worden.
Slechts de niet-islamitische groeperingen Armeniërs, Grieken en Joden genieten nu in Turkije officiële erkenning als minderheid. De grootste minderheidsgroeperingen in het land, de Koerdische moslims en de alevitische moslims, worden niet genoemd.
Het rapport, waarvan al grote delen waren uitgelekt, stelt dat iedere groep die zichzelf vindt verschillen van de meerderheid, zich officieel als minderheid moet kunnen aanduiden. Dat zou betekenen dat de Koerden zich Turkse Koerden kunnen noemen, net zoals de Turken in Nederland zichzelf Nederlandse Turken kunnen noemen.
Veel Turken zijn bang dat de officiële minderhedenstatus voor de Koerden met zich meebrengt dat die extra rechten opeisen en uiteindelijk ook onafhankelijkheid.