Kabinet: Hezbollah moet op zwarte lijst
Het kabinet is radicaal van standpunt veranderd over de Libanese organisatie Hezbollah. Het onderscheid tussen de politieke tak en de militaire tak wordt na een onderzoek van de AIVD, dat bijna een jaar duurde, opgeheven. Minister Bot van Buitenlandse Zaken wil nu dat Hezbollah op de EU–lijst komt van terroristische organisaties en dat alle financiële tegoeden van Hezbollah in de EU worden bevroren.
Dat bleek maandag tijdens het debat in de Tweede Kamer over de begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken. De ommezwaai van Bot is een overwinning voor CDA, VVD, LPF en SGP, die een jaar geleden in een motie al eisten dat Hezbollah het stempel terroristische organisatie zou krijgen. Bot achtte het toen nog buitengewoon moeilijk om juridisch hard bewijs te leveren voor de band tussen de politieke tak van Hezbollah (met parlementariërs in Libanon) en de militaire tak, die strijdt tegen Israël.
Bot zegde toen uiteindelijk een onderzoek toe, dat recentelijk werd afgerond door de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD). Hieruit bleek dat dat beide takken van Hezbollah worden aangestuurd door een en dezelfde leiding.
CDA en VVD reageerden verheugd op de ommezwaai van Bot. PvdA–Kamerlid Koenders was „helemaal niet blij". Volgens hem heeft het nieuwe standpunt „grote gevolgen die we niet kunnen overzien". Bot zei overigens dat hij niet verwacht dat er binnen de EU snel overeenstemming zal komen over het plaatsen van Hezbollah op de zwarte lijst.
In het begrotingsdebat bleek verder dat de twee Nederlanders die Brazilië ontvluchtten na een veroordeling tot acht en elf jaar voor kinderporno, wellicht in Nederland worden vervolgd. Bot heeft dat gevraagd aan minister Donner (Justitie). De twee mannen konden Brazilië vorig jaar ontvluchten met behulp van onterecht verstrekte noodpaspoorten.
Bot gaf maandag toe dat er ernstige fouten zijn gemaakt, door zijn diplomaten in Brazilië, maar ook op het departement in Den Haag. „Op het ministerie had men sneller, beter en met meer moreel verantwoordelijkheidsgevoel moeten reageren."
Bot heeft de Braziliaanse autoriteiten nu beloofd na te gaan of het tweetal voor het seksueel misbruik van kinderen in Brazilië ook in Nederland kan worden vervolgd. Verder wil hij nauwer gaan samenwerken met Brazilië in de strijd tegen kinderporno. De minister sloot niet uit dat hij tegen zijn eigen mensen nog meer maatregelen zal nemen. Daarvoor wacht hij wel eerst een onderzoek van justitie in Brazilië af.
Bot sloot maandag niet uit dat Nederlandse militairen na 15 maart toch nog langer in Irak blijven. Het kabinet is nog wel steeds van plan om de 1350 militairen terug te trekken, maar bij „onvoorziene omstandigheden" of „een beroep op ons van de hele wereld", komt het kabinet terug bij de Tweede Kamer voor overleg, zei de minister.
De CDA–minister liet met zijn opmerkingen duidelijk meer ruimte voor een korte verlenging van de missie dan minister Kamp van Defensie. Die herhaalde onlangs tijdens zijn bezoek aan de militairen in Irak keer op keer dat de militairen op 15 maart weg gaan, wat er ook gebeurt. Kamp nam het begrip „onvoorziene omstandigheden" geen enkele keer in de mond.
Bot weigerde te zeggen wat die ’onvoorziene omstandigheden’ zouden kunnen zijn. Bot: „Het is glashelder, we gaan medio maart weg. Maar je moet nooit nooit zeggen. Ik ga geen definitie geven van onvoorziene omstandigheden. Dan is het einde zoek."