Omgaan met lijden
De mens van deze tijd kan steeds moeilijker omgaan met het lijden. Dat is kort gezegd de conclusie van psychiater Damiaan Denys in zijn boek ”Het tekort van het teveel. De paradox van de mentale zorg”. De van oorsprong Vlaamse Denys is op dit moment afdelingshoofd psychiatrie van het Amsterdam UMC en hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam en in die hoedanigheid een gezaghebbend psychiater.
Zowel in zijn boek als in een interview dat woensdag met hem in het Reformatorisch Dagblad werd gepubliceerd, zegt hij behartenswaardige dingen. Zo constateert hij dat het lijden er in deze tijd eigenlijk niet mag zijn, maar dat áls het er is het de volle aandacht krijgt. Hij zet aan het denken met zijn opmerking dat bijvoorbeeld een burn-out soms zelfs gezien wordt als behorend bij een succesvol en geslaagd leven. Maar doordat zaken als stress, burn-out en depressie gezien worden als problemen die opgelost moeten worden met psychiatrische hulp, kost die sector de schatkist jaarlijks 7,3 miljard euro. En dat terwijl er geen toename is te zien van het aantal psychische stoornissen. Dat doet Denys de vraag opwerpen of psychische klachten, zoals stress, burn-out en depressie, niet ontvlochten moeten worden van abnormale psychische stoornissen. Die eerste klachten vragen aandacht, maar niet altijd uitgebreide professionele hulp. Mensen moeten volgens hem accepteren dat lijden bij het leven hoort.
Dat mensen in de huidige tijd ongemak al snel voor lijden aanzien, is duidelijk te merken in de heftige discussies rond de maatregelen die gelden om de verspreiding van het coronavirus te beperken. Het dragen van een mondkapje wordt gezien als een grove vrijheidsbeperking en een avondklok staat voor velen gelijk aan het leven in een dictatuur. Afgezien van bepaalde groepen waar bijvoorbeeld een avondklok heel hard aan kan komen, is het de vraag of de sensoren van het lijden bij de moderne Nederlander niet veel te scherp staan afgesteld. Veel mensen zien een minimum van onaangename gevoelens aan voor een ziekte die verholpen moet worden met een maximum aan inzet van geld en menskracht. Dat leidt op termijn tot onhoudbaar hoge kosten voor de sector van de geestelijke gezondheid.
Aan de andere kant is het gevaarlijk te stellen dat bijvoorbeeld een depressie of een burn-out een mindere vorm van lijden is dan andere psychische aandoeningen. Wie er ooit last van heeft gehad, weet hoe ingrijpend dit lijden is.
Blijft staan dat Denys de maatschappij een spiegel voorhoudt. Er moet weer een duidelijker onderscheid komen tussen ongemak en lijden. Waarbij niet het eigen ongemak te snel als lijden gelabeld wordt, maar evenmin het lijden van de ander ondoordacht het stempel ongemak krijgt. In die beoordeling spelen huisartsen, psychiaters en psychologen een grote rol. Zodat ook op termijn psychische hulp betaalbaar blijft voor mensen die het nodig hebben.