FNV: gemengde gevoelens bij eindbod cao voor NS
Na elf onderhandelingsrondes over een nieuwe cao bij de Nederlandse Spoorwegen laat vakbond FNV de keuze aan de leden of ze instemmen met het eindbod van de spoorvervoerder. Zelf vindt de bond dat medewerkers een veel ruimere loonsverhoging verdienen dan wat het vervoersbedrijf biedt.
FNV-bestuurder Henri Janssen laat weten dat acties om een betere cao bij de spoorvervoerder nog niet helemaal zijn uitgesloten. Stemt een meerderheid van de leden tegen het eindbod van de NS, dan stelt de vakbond de directie een ultimatum om met meer te komen. Gaat de NS daar niet op in, dan volgen acties.
NS biedt de 16.500 medewerkers die onder de cao vallen over een periode van 27 maanden een loonsverhoging van 4 procent, plus een eenmalig bedrag van netto 200 euro. Omdat de vorige cao al vorig jaar verliep, zouden de nieuwe afspraken met terugwerkende kracht vanaf april 2020 gaan gelden
FNV stelt dat die stijging van de lonen te gering is om een daling van de koopkracht te voorkomen. Wel is de vakbond te spreken over werkgelegenheidsregelingen, waardoor medewerkers die gedurende de coronacrisis boventallig worden verklaard meer kans hebben om bij NS aan de slag te blijven.
Janssen stelt dat onderhandelingen moeizaam verliepen. „Ze begonnen al voordat de coronapandemie begon. Vervolgens werd er een bezuiniging voorgesteld waar 93 procent van onze leden tegen stemde.”
Vakbond CNV benadrukt juist dat met het eindbod van de NS alle werknemers de komende jaren zeker zijn van hun baan. „Werknemers kunnen tot 1 januari 2025 sowieso terugvallen op de werkgelegenheidsgarantie. Er zal geen sprake zijn van gedwongen ontslag”, aldus Ike Wiersinga.
Het behoud van banen binnen de ov-sector is geen vanzelfsprekendheid tijdens de coronacrisis. Door het gebod aan werknemers om zoveel mogelijk vanuit huis te werken, zijn de passagiersaantallen hard gedaald. De NS kondigde in juni aan 2300 banen te willen schrappen, maar dat dit zonder gedwongen ontslagen zou gebeuren.