„De gewone pet blijft", verzekerde Eringa. Hij erkende dat hij daarmee eigenlijk voor zijn beurt sprak. De veelbesproken ’capkwestie’ valt namelijk niet in zijn portefeuille. Bovendien moet de minister nog een definitief besluit nemen. „Maar dat is slechts een formaliteit. Wij hebben als raad dit advies uitgebracht over de cap en dat neemt hij zeker over", klonk Eringa vol zelfvertrouwen.

De raad heeft volgens de korpschef een negatief advies uitgebracht over de politiecap, omdat het hoofddeksel geen gezag uitstraalt. „Hij is wel vlot, populair en modern, maar past niet bij de visie van de politie." De vertrouwde politiepet doet dat wat hem betreft wel. „En die draagt ook lekker soepel."

G. van de Kamp, voorzitter van de politievakorganisatie ACP, is blij met het besluit van de raad. „De cap stond op ons lijstje ongewenst. Volgende week volgen de defnitieve onderhandelingen over het uniform, maar we zijn blij dat dit punt al is opgelost."

Een ander punt van discussie is de vervanging van de leren jacks door parka’s. Kamp: „Onze achterban wil graag de leren jack houden. Deze hele operatie kost een heleboel geld. Je moet je dus ook afvragen waarom je bepaalde kledingstukken zou vervangen."

Er wordt al jaren gesteggeld over het nieuwe uniform voor de politie. Eigenlijk had het er al in 2002 moeten zijn, maar de politiebonden hadden zoveel commentaar op verschillende kledingstukken dat het nieuwe uniform er nog steeds niet is. Het huidige uniform dateert uit 1993, toen de gemeente– en rijkspolitie samengingen. De belangrijkste reden voor verandering was dat eenduidigheid in de kleding van politiemensen ontbreekt.