De Woonbond analyseerde ruim zeshonderd van deze klachten en ziet dat 83 procent van de huurders met een tijdelijk huurcontract te maken krijgt met problemen met de verhuurder. Bij huurders in het bezit van een vast contract ligt dit percentage een stuk lager (57 procent). Ook zijn de melders met een tijdelijk contract beduidend jonger. Meer dan de helft valt in de leeftijdscategorie tussen de 23 en 35 jaar oud.

„Het is hoog tijd dat hier politieke aandacht voor komt”, zegt Maarten Wiedemeijer van de Woonbond. Volgens de bond zijn huurders met een tijdelijk contract minder snel geneigd het op te nemen tegen hun verhuurder bij te hoge huurprijzen, slecht onderhoud of andere tekortkomingen, omdat ze hopen op verlenging van het contract.

Het aantal tijdelijke huurcontracten in de particuliere sector is groot. In december vorig jaar ontdekte het journalistieke onderzoeksplatform Investico dat in die markt bijna de helft van alle huurwoningen worden aangeboden met een contract voor slechts twee jaar, of zelfs korter. Daarna kan een huurder op straat komen te staan. Wiedemeijer: „Aan het eind van het contract willen verhuurders de woning graag opnieuw voor de hoofdprijs verhuren. Wij willen dat een komend kabinet kiest voor een zekerheid voor jongeren in plaats van de belangen van huisjesmelkers.”

De Woonbond heeft samen met burgerbeweging DeGoedeZaak een petitie lopen tegen de zogenaamde ‘draaideurcontracten’ en voor meer woonzekerheid en betaalbare huurprijzen. Die is inmiddels ruim 14.000 keer getekend.