Het drietal werd aan het einde van de zestiende eeuw slachtoffer van een heksenjacht, zoals duizenden vrouwen indertijd gebeurde. Ziekten, misoogsten en ander dood en verderf vroegen geregeld om een zondebok. Een 14-jarig buitenbeentje, dat uit de toon viel door mogelijk autistische trekken, werd van hekserij beticht en beschuldigde vervolgens in de folterkamer twee anderen. Een van die twee, die als de ergste werd gezien, eindigde op de brandstapel op de markt van Lier.

„Formele excuses zijn zeker nog op hun plaats”, zei wethouder Rik Verwaest al voor de ceremonie. Ook al is het onrecht zo lang geleden dat het niemand meer rechtstreeks raakt. Het stadsbestuur voelt zich opvolger van de bestuurders van toen. Het wil „de fouten erkennen, zodat toekomstige generaties ervan kunnen leren”, zei burgemeester Frank Boogaerts.

Het trieste verhaal van het drietal kan ook opbeuren, denkt Verwaest. De verbrande Cathelyne Van den Bulcke maakte zelf een einde aan de heksenjacht in Lier. Ze weigerde, hoe ze ook gemarteld werd, anderen te beschuldigen. Zo doorbrak ze volgens historici de kwaadaardige keten van slachtoffers die in doodsnood weer nieuwe ‘heksen’ aanbrachten.