Liberalisering arbomarkt leidt tot ontslagen
De liberalisering van de markt voor arbodiensten zal tot ontslagen in de sector leiden. Het banenverlies zal echter niet zo groot zijn als bij arbodienst Arboned, waar 265 van de 1500 arbeidsplaatsen vervallen. Dat heeft voorzitter B. Staal van de Brancheorganisatie voor Arbodiensten (BOA) maandag gezegd.
Het kabinet wil bedrijven in de toekomst niet langer verplichten een arbodienst in de arm te nemen. Ondernemingen moeten wel op een goede manier voor de arbeidsomstandigheden blijven zorgen.
„De liberalisering zal zeker zorgen voor wat omzetverlies maar niet in hoge mate", zegt Staal. De BOA–voorzitter ziet ook kansen door de vrijmaking van de markt. Bedrijven die hun ziekteverzuim echt willen aanpakken, zullen volgens hem duurdere contracten gaan afsluiten dan de tot dusver verplichte minicontracten.
Volgens J. van Hoof, directeur van Maetis Arbo en bestuurslid van de BOA, zal het „personeelsbestand in de sector zeker dalen. Maar dat zal voor een deel worden gecompenseerd door het aanbieden van andere diensten zoals preventie van ziekteverzuim”.
Om te kunnen overleven na de liberalisering, wil de BOA de markt voor arbodiensten verder professionaliseren. Daarbij hoort het aanbieden van prestatie– en resultaatcontracten. Volgens Staal is de BOA de eerste branchevereniging in de zakelijke dienstverlening die resultaatcontracten propageert. Arbodiensten krijgen daarin minder betaald als het ziekteverzuim niet voldoende wordt teruggedrongen. De BOA wil verder begin volgend jaar een keurmerk voor arbodiensten het licht laten zien.
Vakcentrale FNV heeft maandag gezegd dat het zich grote zorgen maakt over de liberalisering van de arbomarkt. Het vreest voor de kwaliteit van de aanpak van ziekteverzuim, zoals verzuim door werkdruk en ongewenste intimiteiten. De FNV „voorziet dat in de praktijk een wirwar van aanpakken ontstaat, die je uit oogpunt van grotere effectiviteit beter bij wet kunt regelen”.