Sovjet-Unie zette ex-predikanten in als communistische apologeten
Wie een paar apologeten moet opnoemen, denkt al snel aan kerkvaders uit de Vroege Kerk. Maar apologetiek is verre van ouderwets.
Sterker nog, het begrip apologetiek –de verdediging van het christelijk geloof– is interessant voor theologen én andere wetenschappelijke denkers, vindt prof. dr. Todd Weir, directeur van het Instituut voor Christelijk Cultureel Erfgoed aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Als hoogleraar geschiedenis van het christendom vond hij al langer dat er een onderzoek moest komen naar de positie van apologetiek wereldwijd. Woensdag wordt het resultaat gepresenteerd: het boek ”Defending the Faith: Global Histories of Apologetics and Politics in the 20th Century” (”Het geloof verdedigen: Wereldwijde geschiedenissen van apologetiek en politiek in de 20e eeuw”). Aan het boek werkten verschillende wetenschappers mee, vertelt Weir. Zo bleken ook historici uit de sociale wetenschappen geïnteresseerd in de manier waarop christelijke gemeenschappen zijn omgegaan met de wereld om hen heen.
Die wereld veranderde sterk in de 20e eeuw. Weir: „Het secularisme bestond eerder al wel, maar toen waren de scheiding van kerk en staat –zoals in Frankrijk– of confessionele conflicten zo’n beetje de ergste vorm waarin dat voor christelijke gemeenschappen kon voorkomen.” De opkomst van communistische regimes was volgens Weir van een andere orde. Pas na de Eerste Wereldoorlog werd het voortbestaan van nationale kerken ter discussie gesteld.
„Wij hebben het begrip secularisme niet in enge zin bestudeerd, alsof het alleen zou slaan op de scheiding van kerk en staat of op een moderne cultuur”, aldus de hoogleraar. „We zien het juist als een concurrent voor religieuze groepen en kijken hoe zij de strijd daarmee aangaan.”
Bestonden er ook seculiere apologeten?
„Zeker. De communisten in de Sovjet-Unie organiseerden bijvoorbeeld een sterke apologetiek tegen religie. Juist de ‘bekeerlingen’, zoals predikanten die communist waren geworden, werden hiervoor ingezet. Zij konden zich goed verplaatsen in de denkwereld van religieuze mensen.”
Hoe bruikbaar is de term apologetiek buiten de theologie?
„Laat ik een voorbeeld geven. De atheïst Richard Dawkins schreef een apologetisch boek. De theoloog Alister McGrath reageerde daarop. Er ontstond interactie tussen twee apologeten – al zou Dawkins waarschijnlijk niet met een kerkelijke term aangeduid willen worden. Maar ons doel in het boek is om apologetiek te introduceren als een nieuwe analytische term, die op een sociaal-wetenschappelijke manier gebruikt kan worden. Dat is best ironisch, maar niettemin serieus.
Vanuit onze wereldwijde benadering kijken we in het boek ook naar andere culturen. Ja, Griekse christenen en Joden uit de eerste eeuw gebruikten de term apologetiek. Maar wij passen dat begrip ook toe op apologetiek door moslims en hindoes. En dat blijkt te werken in onze ”case studies” in landen als Marokko, India en Indonesië.”
Wat betekent apologetiek voor christenen vandaag de dag?
„Christenen kunnen worstelen met de manier waarop zij moeten omgaan met de moderne wetenschap. De ene mogelijkheid is om een open dialoog aan te gaan, de andere om te strijden tegen de vijand. Beide perspectieven kom ik ook tegen bij mijn studenten, van wie velen studeren aan de Protestantse Theologische Universiteit.
Dat is de Nederlandse dynamiek. In gesprekken met Amerikaanse theologen zie je dat onder de Nederlanders zowel een sterke liberale als een sterke defensieve, kuyperiaanse omgang met de wereld voorkomt. Die spanning hoort ook bij het protestantisme.”