Toch kan de vlag nog niet uit voor de marterachtigen. Hun opmars is te gering om voor een jubelstemming te zorgen, zegt Dirk Bekker van de Zoogdiervereniging.

Bekker is al jaren bezig om de boommarters in Nederland in kaart te brengen. Ze worden ook wel edelmarters genoemd, met hun mooie, sterk behaarde pluimstaart die een derde van hun totale lengte in beslag neemt. Hiermee kunnen ze hun evenwicht bewaren als ze over de boomtakken springen.

De cijfers laten een stijgende lijn zien. Het aantal boommarters in Nederland wordt nu geschat op ruim 500. Dankzij cameravallen, meldingen van verkeersslachtoffers en nest- en krabsporen weten de kenners de boommarter op te sporen. Dat is een flinke klus, want het diertje laat zich niet zomaar zien. Het is een van de schuwste dieren in ons land. Bovendien wordt hij vaak verward met de steenmarter, die erg op hem lijkt.

Vroeger dacht men dat de boommarter in het bos voorkwam en de steenmarter, zoals zijn naam al verraadt, in een stedelijke omgeving. Die vlieger gaat niet meer op. Er leven boommarters in hartje Amsterdam en steenmarters in het Friese veenweidegebied.

Bedreigd

Jarenlang stond de boommarter in Nederland op de Rode Lijst van bedreigde diersoorten. Alleen in de drie grootste natuurgebieden in Nederland (Drents-Friese Wold, Veluwe en Utrechtse Heuvelrug) kwam hij voor. Inmiddels heeft de populatie zich aardig verspreid. In Friesland wordt hij geregeld gezien in de bossen van Gaasterland, maar ook in die van Beetsterzwaag en Bakkeveen en zelfs in De Alde Feanen bij Eernewoude.

Het wat ondeugend ogende roofdiertje is niet gemakkelijk te spotten. Hij is vooral op jacht als het donker is, hoewel hij ook overdag actief is, en kan dan hele afstanden (enkele kilometers) afleggen. Zo nu en dan worden ze gezien door vogel- en boswachters die nestkasten bijhouden. Zo is er op internet een fraai filmpje te zien van boswachter Henk-Jan van der Veen die in een nestkast een nest boommarters aantrof in Gaasterland.

Latrine vlakbij

Er is één daad waarmee de boommarter zijn aanwezigheid verraadt. Hij bouwt bij zijn nest namelijk een latrine. Op een tak vlak bij het nest stapelt hij zijn drollen op. Meestal bevindt het nest zich in een eik, beuk of den.

Dat de boommarter uit de gevarenzone is gekomen, heeft verschillende oorzaken. Zo is het bosareaal in ons land de afgelopen jaren groter geworden en daarmee zijn leefgebied. Toch is hij niet erg kieskeurig. Zelfs in een stad, mits er genoeg bomen zijn, voelt hij zich thuis. Ook het feit dat er meer oudere bomen in ons land komen, is een voordeel voor de boommarter. Holtes of oude nesten van spechten gebruikt hij graag als nestgelegenheid.

Boommarters doen niet zo moeilijk over hun leefomgeving, ze zijn ook gemakkelijk als het om vreten gaat. Het zijn alleseters, hoewel ze wel hun voorkeuren hebben.

Bosmuizen

Het liefst eten ze een bosmuisje. Onderzoek heeft aangetoond dat wanneer de populatie bosmuizen groot is, het ook goed gaat met de boommarters. Maar op hun menulijstjes staan ook eekhoorns, reekalfjes, vogeltjes, insecten en eieren.

Elk seizoen eten ze wat er maar voorhanden is. In de herfst eten ze meer bessen, paddenstoelen en verschillende soorten kevers. In de winter laten ze ook een stukje aas niet liggen.

Vijanden heeft-ie niet. Dus eigenlijk is het gek dat het zo lang heeft geduurd dat de boommarter uit de gevarenzone is gekomen. De Werkgroep Boommarters Nederland van de Zoogdiervereniging heeft zich de afgelopen jaren ingezet voor het roofdiertje. Er werd in kaart gebracht waar ze zich bevinden, waar de meeste marters werden doodgereden en er werd veel aan maag- en keutelonderzoek gedaan om te bepalen waar ze van leven.

>>zoogdiervereniging.nl/zoogdiersoorten/boommarter