Mercedes E 240 en E 500
Sinds jaar en dag markeert een omrande driepoot de voorplecht van een Mercedes-Benz. De Duitse fabrikant heeft een reputatie als leverancier van topklasseautomobielen hoog te houden en schept dan ook met de in het oog springende montage van haar merksymbool hoge verwachtingen. Op de nieuwe E-klasse schittert de ster als vanouds. Een nadere beschouwing moet aan het licht brengen of dat terecht is.
De reputatie van de E-klasse van Mercedes-Benz is niet onomstreden. Dat heeft niets te maken met het kwaliteitsimago van deze succesvolle Duitser. Of misschien juist wel. Het mag immers genoegzaam bekend verondersteld worden dat er talloze E-klasses rondrijden met blauwe kentekenplaten en al dan niet een bordje op het dak. De taxibranche heeft sinds mensenheugenis een voorkeur voor de modellen van Mercedes-Benz. Zaken als comfort en duurzaamheid, maar vooral ook de relatief lage exploitatiekosten zijn voor deze tariefrijders van doorslaggevende betekenis.
Voorts geniet Mercedes-Benz een opvallende bekendheid onder lieden van bedenkelijk allooi die hun automobiele kosten niet dekken met inkomsten uit reguliere bedrijvigheid. Als succesvol en rechtschapen ondernemer of manager met een beetje voorspoedig verlopen carrière wil je eigenlijk niet graag met een van deze groepen in verband gebracht worden. Maar je wilt wel graag een topklasseauto rijden. En welk merk straalt nu meer kwaliteit en succes uit dan een Mercedes-Benz?
Identiteit
De nieuwe E-klasse is een mooie auto geworden. Het is geen revolutionair ontwerp, maar de auto verhoudt zich prima tot de rest van het assortiment. Toch is de wagen vanaf de bodem opnieuw opgebouwd. Mercedes is erin geslaagd om de identiteit van de E-klasse te behouden en tegelijkertijd met behulp van een dynamischer vormgeving een bredere doelgroep aan te spreken. Het koetswerk is immers meer afgerond dan ooit, waardoor de auto stukken dynamischer oogt dan zijn voorganger. Zonder overigens aan distinctie of herkenbaarheid in te boeten. Mercedes kent haar klanten en weet dat frivoliteit botst met de conservatieve inborst van de veelal oudere koper van een E-klasse. En het laatste wat je als gevestigd merk zou willen, is een product dat huidige klanten doet vervreemden.
De E-klasse mag dan geheel nieuw zijn, voor de aandrijfbronnen geldt een ander verhaal. De krachtbronnen zijn stuk voor stuk eerder gesignaleerd onder de motorkap van een andere Benz. Dat neemt echter niet weg dat er talloze verbeteringen zijn gerealiseerd alvorens de motoren hun weg naar de nieuweling vonden. Zo levert de 2,6 liter zescilinder benzinemotor in de E 240 met een maximumvermogen van 130 kW/177 pk bij 5700 tpm meer vermogen dan in de C-klasse.
Achtcilinder
Het maximumkoppel is met 240 Nm bij 4500 tpm overigens gelijk. Hoewel de E 240 met een gewicht van 1590 kilogram geen lichtgewicht genoemd kan worden, is de auto met de minst sterke zespitter prima bediend. De Benz accelereert in 9,4 seconden vanuit stilstand naar 100 km/h en houdt het bij een topsnelheid van 225 km/h voor gezien. De krachtbron is soepel en stil, maar wordt wel graag op toeren gereden.
Achter het stuur van de E 500 verschrompelen de prestaties van de E 240 echter tot zeer bescheiden proporties. De 5,0 liter achtcilinder is goed voor een maximumvermogen van 225 kW/306 pk bij 5600 tpm en levert een maximumkoppel van 460 Nm tussen 2700 en 4250 tpm. In 6,0 seconden sprint het 1680 kilogram zware Duitse gevaarte vanuit stilstand naar 100 km/h en de topsnelheid is elektronisch op 250 km/h begrensd.
Het is echter opvallend dat de E 500 de bestuurder geen moment opzweept tot grote spoed. Net als de E 240, is het een auto die zich zeer ontspannen laat berijden en enkel op verzoek zijn spierkracht exposeert. Dat levert overigens meteen een draaikolk op in het brandstofreservoir. Niet voor niets beschikt de E 500 over een 80 liter tank, terwijl een inhoud van 65 liter voor de E 240 voldoende geacht wordt.
Comfort
De nieuwe E rijdt uitstekend. Vanzelfsprekend ligt de nadruk op comfort, maar het is opvallend hoe de auto zich ook met hoge snelheden door een bocht laat sturen. De Duitser blijft erg lang neutraal en heeft weinig overhelneigingen. De E 500 is standaard voorzien van het zogenaamde Airmatic Dual Control-systeem, dat in luchtvering en elektronisch geregelde schokdempers voorziet. Het systeem werkt verbazingwekkend en kan de auto van een zeer comfortabele in een zeer dynamische en zelfs straf geveerde auto veranderen.
Sturen doet de E prima. De besturingsinstallatie voorziet in veel gevoel en reageert lekker direct. Voor het mooi is de bekrachtiging net even te sterk. Ronduit opzienbarend is het remsysteem, dat standaard voorzien is van Sensotronic Brake Control. Dat staat voor remhulp van een elektro-hydraulisch hogedrukremsysteem. De remkracht van de vertragingsinstallatie is enorm. Minder enthousiast zijn we over de bediening van de automatische transmissie. Het mechaniek schakelt voldoende soepel, maar de tiptronic reageert te traag op schakelbewegingen. Dat komt de dynamiek niet ten goede.
Met het interieur van de nieuwe E-klasse is maar weinig mis. Hoewel je aanvankelijk schrikt van de enorme hoeveelheid functietoetsen en draaiknoppen, blijkt een en ander zonder veel studie in de fraai ingebonden handleiding bediend te kunnen worden. Het dashboard steekt niet alleen ergonomisch fantastisch in elkaar, maar is bovendien opgetrokken uit solide en mooi aanvoelende materialen. Ook hier zetten vloeiende lijnen de toon en oogt het interieur alsof het op een lang en intensief leven is voorbereid.
Ruimte
Verder is de zitpositie achter het stuurwiel ronduit prima. Mercedes monteert niet alleen uitstekend zittende voorstoelen, maar voorziet tegelijkertijd in een keur aan verstelmogelijkheden, waardoor groot en klein prima in de E-klasse uit de voeten kan. Lengte is sowieso geen probleem, want ruimte voor hoofd en onderdanen is in overvloed aanwezig. Voorin althans. Achterin stelt de beenruimte voor volwassenen een tikkeltje teleur. Bagagafreaks kunnen zich verheugen op een laadruim met een inhoud van 540 liter.
Mercedes levert de nieuwe E in een drietal uitvoeringen met reeds bekende benamingen. Nieuw voor een Benz is echter dat de basisuitvoering Classic eigenlijk al niets te wensen overlaat. Als Classic is de E-klasse standaard voorzien van ABS, airbags, sidebags, windowbags, alarmsysteem, airconditioning, audiosysteem, elektrisch bedienbare ramen, elektrisch verstelbare voorstoelen, boordcomputer, lichtmetalen velgen, regensensor en houten decoratiepanelen.
Tegen een meerprijs van € 5200 voegt de Elegance daar onder andere zaken als een automatische transmissie, lederen stuurwiel, parkeersensoren en chromen sierstrips aan toe. De meer sportief georiënteerde Avantgarde kost ten opzichte van de Classic € 6900 extra, maar onderscheidt zich ten opzichte van de Elegance niet alleen door andere lichtmetalen velgen en accenten, maar ook door xenonkoplampen en een sportchassis.
Fonkelend
De Mercedes E-klasse is een indrukwekkende auto. De auto maakt niet alleen goede sier met een keur aan veiligheidsvoorzieningen, maar tevens met een zeer uitgebalanceerd weggedrag. Voorts is de bouwkwaliteit en de afwerking simpelweg topklasse. De nieuwe E-klasse is de fonkelende ster op de motorkap dan ook dubbel en dwars waard. Dat betekent tegelijkertijd een forse aanslag op de portemonnee, want de E-klasse is flink duurder geworden ten opzichte van zijn voorganger. Daar staat wel een veel rijkere standaarduitrusting tegenover, maar € 50.200 (E 220 CDI Classic) blijft simpelweg veel geld.
Kwaliteit heeft een prijs. Dat is altijd zo geweest. Mercedes levert topklasse voor een topprijs, waarbij de onderlinge verhouding zonder meer te rechtvaardigen is. Dat neemt echter niet weg dat de E-klasse een auto is die afstand schept. Dat is gelijk het bestaansrecht.