Het is geen geheim dat er binnen de SGP verschil van mening bestaat over de wijze waarop tegen populistische partijen aangekeken moet worden. Een deel van de leden en van het electoraat staat sympathiek tegenover het populisme. In zijn boek “Concurrent of bondgenoot” breekt Hans van de Breevaart, medewerker van het wetenschappelijk instituut van de SGP, een lans voor samenwerking.

Anderen staan er minder positief tegenover. De nieuwe partijvoorzitter, Dick van Meeuwen, stelde vorige maand bij zijn kandidaatstelling in het Reformatorisch Dagblad dat hij samenwerking niet zo ziet zitten. In het Nederlands Dagblad van afgelopen zaterdag herhaalde hij dat.

Het ANP belde afgelopen zaterdag met SGP-fractievoorzitter Van der Staaij om te vragen hoe het nu precies zit. Het persbureau tekende uit de mond van de staatkundig gereformeerde voorman op dat zijn partij op voorhand geen enkele partij uitsluit, ook FVD niet. Wel is er de meeste verwantschap met de andere christelijke partijen.

Groot verschil van mening binnen de SGP, tot in de hoogste regionen?

De burgemeester van Veenendaal, de SGP’er Kats –blijkbaar reagerend op Van der Staaij–, mengde zich ook in het debat. Hij zit op de lijn van Van Meeuwen. „Met heulen met openlijke antisemieten ga je een lijn over, die je niet over moet willen gaan”, aldus Kats om eraan toe te voegen: „Ik geloof dat ik mijn lidmaatschap maar eens ga heroverwegen.”

Toch valt het wel mee met dat grote verschil tot in de hoogste regionen. Alles hangt namelijk af van de vraag wat je onder samenwerking verstaat. Samenwerking kan betekenen: samenwerken in een fractie, zoals SGP en CU in diverse gremia deden en doen. Het kan ook betekenen: samenwerken in een regeringscoalitie. En het kan heel praktisch betekenen: samen moties en amendementen indienen.

De partijvoorzitter zegt in het RD en het ND dat de verwantschap met ChristenUnie en CDA het grootst is. Van der Staaij stelde dat vorig jaar ook bij de presentatie van het boek van Van de Breevaart. En dat herhaalde hij zaterdag ook tegenover het ANP. Voor de zekerheid voegde hij er ook nog aan toe dat het interview van de nieuwe partijvoorzitter „geen aankondiging is van een andere lijn.”

Dan blijft er over de praktische samenwerking in de dagelijkse politieke praktijk. Daarover zei Van der Staaij bij de presentatie van ”Concurrent of bondgenoot”: „Dat alles neemt niet weg dat ook PVV en FVD steun kunnen opleveren voor zaken waar wij al jaren voor strijden.” Over die praktische en incidentele samenwerking liet Van Meeuwen zich in de interviews niet uit. Maar als oud-raadslid heeft hij volop ervaring met die vorm van samenwerking.

In een reactie laat Van Meeuwen weten dat hij achteraf bezien duidelijker had moeten maken wat hij precies met samenwerking bedoelde. “Ik ben zeker niet tegen incidentele samenwerking.”

En burgemeester Kats? Die stelde maandag tegenover de Gelderlander: „Ik overweeg mijn lidmaatschap. Verder zijn de afwegingen voor mezelf.”