‘1 op 6 reizigers verwacht na corona minder met trein te reizen’
Na de coronacrisis verwacht één op de zes reizigers minder met de trein te reizen. Dat blijkt uit een onderzoek van NS onder ruim 23.000 reizigers. Ze verwachten meer thuis te gaan werken of hebben inmiddels een alternatief vervoermiddel zoals een auto aangeschaft.
Forensen denken na de coronacrisis gemiddeld drie dagen per week naar het werk te gaan. Van de ondervraagde forensen verwacht 8 procent helemaal niet meer naar het werk te reizen.
„Mensen die voor hun werk met de trein reizen, vormen de helft van onze totale inkomsten”, aldus Tjalling Smit, bestuurslid van NS. „Als deze groep al één dag per week gaat thuiswerken, dan betekent dat meteen 10 procent minder omzet voor NS. Onze marges zijn beperkt, dus zo’n klap is voor ons moeilijk op te vangen.”
President-directeur van de NS Marjan Rintel vindt de uitkomsten van het onderzoek somber stemmend, zegt ze tegen Nieuwsuur. Ze vertelt tegen het actualiteitenprogramma dat er wordt nagedacht over een kleinere organisatie. „Dat betekent een kleiner hoofdkantoor. En we hebben voor de pandemie veel geïnvesteerd in nieuwe treinen, waardoor er de komende jaren minder onderhoud nodig is. We willen zorgen dat iedereen binnen de NS een baan houdt. Misschien op een andere plek binnen het bedrijf. Daarnaast verlaten 2600 werknemers het bedrijf ook vanwege hun pensioen en gaan we minder nieuwe mensen aannemen, waardoor we kunnen krimpen”, aldus Rintel.
Verder zegt ze dat er kosten worden bespaard door geen bonussen uit te keren en minder te investeren.
Sinds de tweede lockdown reizen er gemiddeld 20 procent van het gebruikelijke aantal mensen op werkdagen met de trein. Meer dan de helft van de ondervraagde reizigers geeft aan op dit moment de trein links te laten liggen omdat ze geen noodzakelijke reis hoeven te maken en omdat ze drukte willen vermijden.