Dekker introduceerde een jaar geleden juist de mogelijkheid voor gemeenten en provincies om het verbod op vaste bewoning van recreatiewoningen teniet te doen. Dat kon door het bestemmingsplan te veranderen of bewoners een individuele ontheffing te geven. Eind dit jaar moeten bewoners weten waar ze aan toe zijn.

Dekker hoopt zo te bereiken dat er een einde komt aan het mistige gedoogbeleid van de afgelopen jaren. De Gelderse gemeente Buren besloot deze zomer dat de bewoners van het vakantiepark Lingemeer er mochten blijven. De Raad van State had vorig najaar nog van 23 gezinnen bepaald dat ze moesten vertrekken op straffe van een dwangsom van maximaal 90.000 euro per gezin.

De VROM-inspectie kreeg van driekwart van de gemeenten (368) antwoord wat ze doen of van plan zijn. Zij meldden 98.327 recreatieverblijven. Daarvan worden er 11.333 (11 procent) onrechtmatig bewoond.

Op beperkte schaal, het ging op voor bijna 2000 van die bewoners, hebben gemeenten individuele ontheffing verleend of gaan ze dat doen. Over het algemeen kiezen ze voor handhaving van de recreatiebestemming en dus voor het vasthouden aan het verbod op permanente bewoning. Daarbij moet worden aangetekend dat 74 van de 368 gemeenten nog aan beleid werken.

Gemeenten klagen wel dat het lastig is het verbod te controleren, schrijft de VVD-bewindsvrouw. Ze willen een vereenvoudiging van de bewijslast. De bewijsvoering is complex en opsporing en handhaving zijn zeer tijdrovend. Als oplossing suggereren ze minder privacybescherming van onrechtmatige bewoners, bekorten van gerechtelijke procedures en toegang tot nutsgegevens (energie, telefoon, kabel). De minister bekijkt samen met de provinciale en gemeentelijke koepels (IPO en VNG) welke voorstellen haalbaar zijn.