Nabestaanden moord mogen getuigen horen
Nabestaanden van de genocide op 7500 moslimmannen in het Bosnische Srebrenica mogen voor de rechter toch Nederlandse getuigen horen. Dat blijkt uit een beschikking van het gerechtshof in Den Haag die vrijdag is bekendgemaakt.
Het gerechtshof vernietigt daarmee een eerdere uitspraak van de rechtbank, die een verzoek van de nabestaanden had afgewezen.
De nabestaanden verwijten Nederland medeverantwoordelijkheid voor de moord door het Bosnisch-Servische leger op ongeveer 7500 moslims in juli 1995. Ze willen onder anderen oud- minister van Defensie Voorhoeve horen en ook de militaire hoofdrolspelers Karremans (toenmalig Dutchbat-commandant), Van Baal (plaatsvervangend bevelhebber van de landmacht) en Nicolaï (chef-staf van de VN-vredesmacht).
Advocaat L. Zegveld verwacht dat de getuigenverhoren binnen enige maanden kunnen beginnen. Zij vertegenwoordigt een aantal nabestaanden van de slachtoffers van Srebrenica, onder wie Hassan Nuhanovic. Nuhanovic was in dienst van de Verenigde Naties en verbleef ten tijde van de val van Srebrenica op de compound van het Nederlandse bataljon.
De broer van Hassan Nuhanovic (Muhamed Nuhanovic) en zijn ouders (Ibro Nuhanovic en Nasiha Nuhanovic Mehinagic) verbleven sinds 11 juli 1995 op de compound, maar zijn op 13 juli 1995 door het Nederlandse bataljon daarvan afgestuurd en vervolgens door de Bosnische Serviërs gedeporteerd en sindsdien vermist.
Voor het hof speelde mee dat de nabestaanden bij eerdere onderzoeken (NIOD, parlementaire enquête) nooit de gelegenheid hebben gehad vragen te stellen aan Nederlandse politici of militairen. Bovendien waren die onderzoeken niet toegesneden op de vraag of de staat onrechtmatig heeft gehandeld jegens de nabestaanden.