„Aanpak van jeugdcriminaliteit onvoldoende”
Bij 44 procent van de jongeren die door de politie zijn aangehouden na een overtreding is niet duidelijk of er een (strafrechtelijke) reactie is gevolgd.
Dat staat in een rapport over jeugdcriminaliteit dat de Algemene Rekenkamer donderdag heeft gepresenteerd. Volgens staatssecretaris Kalsbeek van Justitie, minister De Vries van Binnenlandse Zaken en de korpsbeheerders van de politie is er sprake van een registratieprobleem. De Rekenkamer is het daar niet mee eens. Zij denkt dat er geen reactie is ondernomen.
Wanneer de actie wel bekend is, blijkt de politie redelijk consequent te handelen, aldus de Rekenkamer. De reactie op jongeren die in herhaling vallen is zwaarder dan op jongeren die voor het eerst in de fout gaan.
Uit het rapport blijkt verder dat de politie 40 procent van de jongeren die een proces-verbaal krijgen, niet aanmeldt bij de Raad voor de Kinderbescherming. Verder blijkt dat politie, Kinderbescherming, de officier van justitie en de rechter zeer traag zijn bij de afhandeling van delicten. Ook worden jongeren met een probleemachtergrond mondjesmaat doorverwezen naar de hulpverlening. Daardoor bestaat het risico dat er niet adequaat wordt gereageerd, zo schrijft de Algemene Rekenkamer.