Lustrum consensus over rechtvaardiging niet in Rome gevierd
Het is zondag vijf jaar geleden dat de Lutherse Wereldfederatie (LWF) en de Rooms-katholieke Kerk de consensus over de rechtvaardiging tekenden. Volgens voorstanders van de oecumene is er sindsdien veel vooruitgang geboekt en is het tijd om dat te vieren. Maar niet in Rome op de dag zelf.
Kardinaal Walter Kasper is sinds donderdag niet meer gesignaleerd op zijn kantoor van de pauselijke raad voor de eenheid van de christenen, het Vaticaanse departement dat hij leidt. Hij was die dag onderweg naar Johannesburg, waar hij zondag samen met ds. Ishmael Noko, secretaris-generaal van de LWF, de festiviteiten leidt om de consensus van vijf jaar geleden te herdenken.
Op hervormingsdag 1999 tekenden beide kerken in Augsburg een akkoord, dat als een belangrijke stap wordt gezien in het oecumenisch proces. Vooral paragraaf 15 van het akkoord was fundamenteel: „Gezamenlijk belijden we: alleen door genade, in het geloof van het reddingswerk van Christus en niet dankzij onze verdiensten worden we door God geaccepteerd en ontvangen we de Heilige Geest.”
Hoewel Kasper in Rome niet kon reageren op de verjaardag van de ondertekening, is bekend dat de Duitse kardinaal verheugd is over het lustrum. „Het is een gelegenheid voor geluk en dank. Rooms-katholieken en lutheranen zijn nu in staat samen getuigenis te geven van hun geloof in een wereld die dit getuigenis meer dan ooit nodig heeft”, verklaarde Kasper onlangs, aldus zijn persoonlijk secretaris Matthias Türk. „Achter de verklaring zit een oecumenisch model voor eenheid.”
De vraag is wel of er sinds de ondertekening, vijf jaar geleden, vooruitgang in de oecumene is geboekt, en of er überhaupt iets in de verhouding tussen beide kerkgenootschappen is veranderd. De laatste jaren kwamen vanuit het Vaticaan tegengestelde geluiden. In 2000 gaf de Vaticaanse congregatie voor de geloofsleer het document ”Dominus Iesus” uit, waarin eigenlijk wordt gezegd dat alleen de RK-Kerk redding biedt.
Ook de encycliek ”Ecclesia de eucharistia” van vorig jaar, die de intercommunie verbiedt, lijkt voor de voorvechters van de oecumene een stap terug, ook al voorzag de consensus niet in het toestaan van een gezamenlijke avondmaalsviering. In een open brief die Kasper en Noko onlangs beiden schreven, wordt echter gesteld dat er wel degelijk vooruitgang is geboekt. Er zijn veel gezamenlijke activiteiten ontplooid, zoals consultatieronden met andere protestantse kerken, studieprogramma’s en symposia.
Ondanks Kaspers enthousiasme is niet iedereen in Rome gecharmeerd van vergaande oecumene. De 71-jarige Duitser, die in het Vaticaan verantwoordelijk is voor de verhoudingen tussen protestanten en rooms-katholieken, houdt er een vrijzinniger mening op na dan sommige andere prelaten. Nogal wat rooms-katholieken, geestelijken en leken, beschuldigen Luther er nog altijd van een onnodige kerkscheuring te hebben veroorzaakt. In dit verband is het aardig te herinneren aan de woorden die Rocco Buttiglione, kandidaat voor de Europese Commissie, enkele jaren geleden sprak. Hij vergeleek Maarten Luther met Osama bin Laden: „Beiden brengen verdeeldheid in het geloof.”
Jürgen Astfalk, deken van de Lutherse Kerk in Italië, is evenals kardinaal Kasper positief gestemd over de resultaten van het akkoord. „In de basisgeloofselementen bestaan geen fundamentele verschillen meer. De twee kerken kunnen elkaar vrijer ontmoeten. De verklaring heeft niet alle problemen opgelost, maar dat was ook niet de bedoeling.” Een heikel punt blijft bijvoorbeeld de vraag welke rol de kerk heeft bij de redding van de mens.