Grote steden willen achterstanden wegwerken met nationaal plan
Onderwijswethouders van de vier grote steden pleiten voor „een nationaal plan voor gelijke onderwijskansen en het wegwerken van achterstanden”. Ze maken zich grote zorgen over de negatieve effecten die de coronacrisis heeft op kinderen en jongeren als gevolg van de sluiting van de scholen vorig voorjaar en op dit moment. In een brief aan minister Arie Slob (Onderwijs) luiden de wethouders van Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Rotterdam de noodklok.
De coronacrisis vergroot de reeds bestaande problemen in het onderwijs, menen de politici. Op de korte termijn hopen ze dat het kabinet er alles aan doet om de scholen zo snel mogelijk weer veilig te openen. Daarna willen ze aan de hand van een nationaal plan aan de slag met achterstanden en kansenongelijkheid. Zo willen ze gratis toegang tot voorschoolse voorzieningen waar alle kinderen van nul tot vier jaar 640 uur per jaar samen terechtkunnen, ongeacht het inkomen van hun ouders. Verder willen ze dat de overheid geld vrijmaakt voor kinderen en jongeren die extra onderwijstijd en begeleiding nodig hebben en de wethouders stellen voor het selectiemoment voor de middelbare school op een later moment te laten plaatsvinden. Dit door onder meer in te zetten op brede brugklassen en scholengemeenschappen. Daarnaast vragen ze Slob het lerarentekort verder terug te dringen door het vak beter te belonen.
De wethouders maken zich al langer zorgen over de situatie van een grote groep schoolgaande kinderen. „We weten dat de sociaaleconomische situatie van ouders voor een heel groot gedeelte de schoolcarrière van leerlingen en scholieren bepaalt. Bijles en voorschoolse educatie kan hierbij helpen, maar bereikt deze groep kinderen en jongeren nog onvoldoende vanwege bijvoorbeeld geldgebrek bij de ouders. Kinderen van welvarende ouders krijgen deze extra ondersteuning vaak wel.”
In de brief schrijven ze dat ze begrijpen dat het kabinet zich nu richt op het onder controle brengen van de gezondheidscrisis en het beperken van de economische schade als gevolg van het coronavirus. „We mogen echter niet onze ogen sluiten voor de situatie binnen het onderwijs en de wijze waarop corona hier ook keihard toeslaat met alle gevolgen van dien.”