Uit een vrijdag verschenen onderzoeksrapport van het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW) blijkt dat niet meer dan honderd jongeren worden doorverwezen naar revalidatiecentra en mytyl- en tytylscholen. In totaal lopen jaarlijks 12.000 kinderen en jongeren hersenletsel op, bijvoorbeeld door een verkeersongeluk of een val. Van hen houdt 10 tot 15 procent, zeker 1200 kinderen, ernstig hersenletsel over.

De meeste kinderen gaan terug naar hun oude school, maar kunnen daar vaak niet meer op het oude niveau functioneren. Ze worden voor dom, onwillig of lastig versleten. Het ongeval dat het hersenletsel veroorzaakte, is dan meestal al weer enige tijd geleden en wordt niet met de school- of gedragsproblemen in verband gebracht.

Als er al wordt verwezen, zijn de onderzoekers niet tevreden over de zorg die voorhanden is. Zij constateren dat er in de Nederlandse revalidatiecentra en scholen voor speciaal onderwijs de nodige expertise aanwezig is, maar ook dat er veel witte vlekken zijn omdat de kennis versnipperd is en onevenwichtig over het land verspreid.

Daarbij zijn de behandeling en begeleiding door revalidatiecentra en speciaal onderwijs meestal eenzijdig gericht op motorische problemen. Veel kinderen en jongeren met hersenletsel kampen echter met leer-, concentratie- en geheugenproblemen. Juist die krijgen onvoldoende aandacht, vinden de onderzoekers.