„Zie, God is mij een Helper…”
David dichtte dit lied toen hij vervolgd werd door Saul. Het is een psalm die van toepassing is op het hele Joodse volk. Is het niet de eeuwen door belaagd en uitgemoord? Vreemden stonden tegen het volk op en tirannen probeerden het uit te roeien.
Dichter Willem Barnard ziet in dit lied, in het perspectief van het Nieuwe Testament, een ándere David en een ándere Saul. Paulus vervolgde de Zoon van David tot hij, op weg naar Damascus, Jezus Zelf ontmoette. Dankzij het geloof in Hem mag een christen –van huis uit een van die vreemden– toch Psalm 54 in de mond nemen en zeggen: God is mij een Helper.
Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl