Als hij in 1999 voor zijn werk in India is, brengt Hasselman een bezoek aan een onderwijsproject van hulporganisatie Woord & Daad. Hij is tenslotte toch in de buurt. De toenmalig salesmanager krijgt een rondleiding van drie uur. Het zou een keerpunt in zijn leven betekenen. „Ik was diep geraakt door het project en de verhalen van de medewerkers. Eenmaal thuis vertelde ik mijn vrouw dat ik echt iets anders wilde gaan doen met mijn leven”, blikt Hasselman terug.

De 56-jarige Houtenaar gaat anderhalf jaar later als relatiemanager bij Woord & Daad aan de slag. Het werk heeft zijn hart, maar na achttien jaar lopen de wegen van Hasselman en zijn werkgever uiteen. Daarom begint hij eind 2018 met zijn eigen bedrijf: MissionInvest.

Roeping

Hasselman ziet het ontwikkelingswerk immers nog steeds als zijn roeping. Hij zoekt projecten uit met „een duidelijk christelijk motief” en vraagt beleggers om hierin te investeren. Als tussenpersoon brengt hij vraag (financiers) en aanbod (projecten) bij elkaar. Hij heeft in totaal 17 projecten in zijn portefeuille.

Om in aanmerking te komen, moet een project bijdragen aan de verspreiding van het evangelie, christenen wereldwijd ondersteunen of vanuit een christelijke overtuiging zijn opgezet. Het resultaat is een breed scala aan projecten waarin vooral christelijke investeerders zich thuis zullen voelen, denkt de ondernemer.

Hasselman zoekt het vooral ver van huis. Zo kan er worden geïnvesteerd in de leprazending in Noord-Bangladesh, in een medische kliniek in Ethiopië en in een vertaalproject van Wycliffe van de Bijbel in een Congolese taal. Voor de meeste projecten zoekt Hasselman naar een bedrag van 10.000 euro tot enkele tonnen.

Cashewnoten

Het project waar het meeste geld voor nodig is –4 miljoen euro– zijn de cashewnotenfabrieken in West-Afrika. Met het geïnvesteerde geld worden cashewnoten gekocht van 5500 boeren voor een eerlijke prijs. De noten worden vervolgens in twee fabrieken verwerkt; de een staat in Benin, de ander in Burkina Faso. Die leveren samen 2000 betaalde banen op voor de lokale bevolking. „Zowel de boeren als de fabriekswerkers hebben zo een goed inkomen. Hiervan kunnen de kinderen bijvoorbeeld naar school”, legt Hasselman uit.

De belegger die in dit soort projecten investeert bewijst niet alleen de lokale bevolking een dienst, maar ook zijn eigen portemonnee. Bij de meeste projecten kan de investeerder immers een rentevergoeding van 2 tot 5 procent tegemoet zien. Nu sommige banken zelfs negatieve rente voor vermogende spaarders in rekening brengen, hoopt Hasselman dat steeds meer mensen bij hem gaan aankloppen.

Regels

Investeren in een van de projecten zal echter niet voor iedereen zijn weggelegd. Hasselman zoekt namelijk investeerders vanaf een bedrag van 100.000 euro. Dat heeft volgens hem te maken met de regels van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). „Omdat de AFM de kleine belegger wil beschermen, is het niet mogelijk om voor minder dan 100.000 euro te investeren. Wie meer dan een ton kan besteden, ziet de AFM als een professionele belegger die geen bescherming nodig heeft”, weet Hasselman.

Maar om de projecten van MissionInvest te ondersteunen, hoeft niet altijd geld te worden geïnvesteerd. Hasselman wijst erop dat donaties eveneens welkom zijn. Een van de projecten dat het hier vooral van moet hebben is Stichting Huize De Parel in Voorthuizen. Een ondernemer heeft dit landhuis aangekocht zodat dit als opvangplek kan dienen voor mensen met een burn-out. „Ik vind het ook belangrijk om een aantal projecten in mijn portefeuille te hebben die dichter bij huis zijn”, legt Hasselman uit.

Jaarbedrag

Hoewel hij zeker niet uitsluit dat het aantal projecten in zijn portefeuille dit jaar zal toenemen, is dat voor Hasselman geen doel op zich. Hij kijkt liever naar het bedrag dat jaarlijks naar de door hem aangeboden projecten gaat. In 2019 was dit een totaal van 3,4 miljoen euro. Ondanks de corona-pandemie kwam hij in 2020 uit op ruim 3 miljoen.

Hasselman hoopt dat dit bedrag dit jaar richting de 4 miljoen gaat, maar hij wil zich daar niet op vastpinnen. „Natuurlijk verdien ik met dit geld ook gewoon mijn boterham, maar ik wil het niet al te commercieel en zakelijk maken. Ik kijk liever naar de mogelijkheden die op mijn pad worden geplaatst en waar ik met mijn bedrijf echt van toegevoegde waarde kan zijn.”