Leger schiet zorg te hulp
De zorg zucht. Ziekenhuizen moeten de poorten sluiten, verpleegkundigen zitten zelf ziek thuis. Corona veroorzaakt een ongekende crisis. Militairen schieten te hulp, terwijl de krijgsmacht zelf kraakt en piept. „Wij zijn gewend op te treden in tijden van crisis.” Te wapen in de wereld van wattenstaafjes.
Rond de Kerst slaat de paniek toe in de zorg. Ziekenhuizen en verpleeghuizen raken ontwricht. De Veiligheidsregio’s Noord- en Oost-Gelderland, Groningen en Twente luiden de noodklok. „De situatie is zeer zorgwekkend”, zegt Ton Heerts van ‘Gelderland’.
De roep om inzet van „het leger” klinkt. Ook uit andere regio’s stromen de aanvragen om militaire bijstand binnen. Minister Ank Bijleveld waarschuwt voor overspannen verwachtingen. „Defensie kan niet zomaar een complete corona-afdeling uit de grond stampen.”
De legertop trekt de verloven van militaire artsen en verpleegkundigen in. „Verlof is goed, maar we moeten nu hulp bieden”, reageert schout-bij-nacht Boudewijn Boots van Defensie. „Alle militairen zijn zonder tegen te sputteren aan de slag gegaan.”
Boots leidt de strijd van zijn manschappen tegen corona. Defensie zet honderd artsen en verpleegkundigen in, terwijl duizend ‘gewone’ militairen paraat staan om bij te springen. Een handvol assisteerde al in teststraten.
De nationale ondersteuning van civiele autoriteiten is één van de grondwettelijke taken van de krijgsmacht. Boots, directeur Operaties, moet tegelijkertijd ook 500 militairen op missie aansturen. In onder andere Afghanistan, Irak, Jordanië, Mali en Litouwen.
Het kan gek lopen. Amper 1,5 jaar geleden stond Boots nog aan het roer van een NAVO-vloot om Russen te achtervolgen op de Middellandse Zee. Nu buigt de tweesterrengeneraal zich dagelijks over de wereld van wattenstaafjes. „Wonderlijk, he?!”
Corona slokt meer dan de helft van zijn werkdag op. De schout-bij-nacht leidt „nuchter en zakelijk” de militaire inzet. „Wij zijn gewend om op te treden in tijden van crises. Zo’n klus geeft ons energie. We doen het graag.”
Aan de militaire operatie zitten echter haken en ogen. Defensie kan niet zomaar een blik manschappen opentrekken. „Onze artsen en verpleegkundigen zijn gespecialiseerd in traumazorg. Niet in de verpleging van coronapatiënten.” Verder kampt de krijgsmacht met dik 9000 vacatures. Van de 650 functies voor verpleegkundigen zijn er pakweg 400 vervuld.
Bovendien vragen missies en oefeningen de nodige, wettelijk verplichte medische ondersteuning. „Oefeningen zijn noodzakelijk om verantwoord militair te kunnen optreden”, legt Boots uit. „Een voetbalelftal kun je ook niet zomaar van straat plukken en verwachten dat het effectief speelt.”
NAVO niet blij
Corona vergt daarom veel van de krijgsmacht. „We moeten zoeken naar een goede balans met onze inzet”, verklaart de directeur Operaties. Defensie kan echter niet het verschil blijven maken in de zorg. „Het is niet onze taak het structurele tekort aan zorgmedewerkers op te vangen.”
Nederland moet door de crisis al voor een deel nee verkopen aan NAVO en EU. Defensie moet volgens planning binnenkort een marineschip leveren voor de NAVO-vloot in de Middellandse Zee en manschappen voor de EU-battlegroup, een snelle-reactie-strijdgroep van de EU.
„We blijven aan onze verplichtingen voldoen, maar de reactietijd waarop wij inzetbaar zijn, zou bijvoorbeeld kunnen verschuiven van vijf naar tien dagen.” Boots erkent dat de NAVO niet blij is met deze boodschap. De schout-bij-nacht ziet één lichtpuntje. „Alle bondgenoten kampen door corona met hetzelfde probleem.”
De vraag is hoelang Defensie, dat nog altijd kraakt en piept onder keiharde bezuinigingen uit het verleden, de ondersteuning kan volhouden. „Niet lang op deze schaal”, erkent Boots. „Vooral de inzet van artsen en verpleegkundigen is beperkt. We zullen moeten afschalen. Niet naar nul, maar wel een stuk minder.”
Op het bot
Nederland plukt daarbij de wrange vruchten van een kaalslag op de krijgsmacht. „De geneeskundige troepen zijn daarbij het hardst getroffen”, zegt brigade-generaal b.d. Ruud Vermeulen van de officierenvereniging GOV/MHB. De medische eenheden moeten steun geven aan drie Landmachtbrigades, het Korps Mariniers, het Defensie Helikopter Commando en de F-16’s tijdens missies. „Onmogelijk. Ze kunnen nog maar één onderdeel aan.”
De bezuinigingen van 1 miljard euro uit 2011 op de krijgsmacht zijn „niet tot op het bot gegaan, maar dieper dan het bot”, zegt de GOV/MHB-voorzitter. „Ik ben ervan overtuigd dat daarbij te weinig rekening is gehouden met een pandemie, terwijl deze sinds 2008 bovenaan de landelijke interdepartementale calamiteitenlijst staat.” Een politieke evaluatie van de corona-aanpak moet in zijn optiek ook gaan over het „bewust negeren” hiervan.
Ondanks de krapte bij de krijgsmacht zwermen militairen uit over het land. In ziekenhuizen, verpleeghuizen en zorginstellingen: 10 man in Apeldoorn, 11 in Enschede, 6 in Huizen, 23 in Groningen, 160 in Utrecht en 5 in Amsterdam. Om maar eens wat te noemen.
Crisis te groot
De duizend manschappen, vooral van de landmacht, staan paraat om op „zeer korte termijn” te helpen. Boots verwacht dat inschakeling van militairen voorlopig niet voorbij is. „Daarvoor is deze crisis te groot.”
Het gevaar dat de samenleving Defensie ziet al een goedkoop uitleenbureau van personeel is „echt groot”, stelt de directeur Operaties. De legertop bekijkt daarom –samen met het ministerie van Volksgezondheid– hulpaanvragen kritisch. „Vaccineren gaan we niet doen”, benadrukt Boots. „Er zijn genoeg mensen die dat kunnen.”
Defensie leert daarmee van de eerste golf. „We leveren niet langer zomaar twintig verpleegkundigen, maar kijken hoe de zorgaanpak effectiever kan, waardoor zorginstellingen hun eigen broek kunnen ophouden. Bijvoorbeeld met één planner en twee verpleegkundigen.”
Niet slagvaardig
Boot fronst zijn wenkbrauwen bij de aanpak van de crisis. „Defensie kan met één druk op de knop manschappen inzetten. Andere ministeries en de zorgsector missen zo’n centrale aansturing, waarmee zeggenschap over de sector ontbreekt. Zoiets is noodzakelijk bij een mondiale crisis. Ziekenhuizen zijn bijvoorbeeld allemaal losse ‘winkeltjes’. Het ontbreken van zo’n rode knop op ministeries en in de zorg maakt de aanpak een stuk minder slagvaardig.”