Slob: scholen mogen noodopvang van kinderen aanpassen
Scholen die problemen ervaren met de noodopvang van kinderen, mogen zelf grenzen stellen en keuzes maken om de situatie toch werkbaar te houden. Dat zegt onderwijsminister Arie Slob naar aanleiding van berichten dat de scholen de toestroom soms niet aan kunnen. Tijdens de sluiting van scholen is opnieuw opvang geregeld voor kinderen van ouders met een cruciaal beroep en voor kwetsbare kinderen die niet lang in de thuissituatie kunnen blijven. Scholen melden dat er meer kinderen naar deze opvang komen dan tijdens de vorige sluiting.
Slob erkent vrijdag dat er meer gebruik van wordt gemaakt en dat er een aantal knelpunten zijn, maar dat „scholen nooit aan het onmogelijke worden gehouden. Ze mogen nee zeggen en grenzen stellen, in samenspraak met de ouders”. De problemen ontstaan volgens de minister onder meer omdat medewerkers uitvallen omdat ze corona hebben of omdat ze in thuisquarantaine moeten.
Een generieke maatregel of richtlijn om bijvoorbeeld het aantal kinderen te beperken dat in aanmerking komt voor noodopvang, is volgens Slob niet aan de orde. Hij wijst erop dat er ruim 8000 scholen zijn. Op een aantal daarvan zijn knelpunten maar de scholen hebben genoeg ruimte om de opvang naar eigen inzicht in te vullen en aan te passen. „Er is maatwerk nodig. Scholen kunnen daarbij ook ondersteuning krijgen”, aldus de minister.
Hij wil niet speculeren over de heropening van scholen, die net als de meeste winkels sinds medio december dicht zijn in verband met de tweede hoog opgelopen coronagolf. Dinsdag neemt het kabinet over deze harde lockdown weer nieuwe beslissingen. Ook wil hij niet vooruitlopen of er een mogelijk onderscheid voor de heropening kan worden gemaakt in het basisonderwijs, de kinderopvang en de andere scholen.
Volgens Slob wordt ook voor het onderwijs gekeken naar de Britse coronavariant, die besmettelijker is dan het oorspronkelijke virus. Het kabinet heeft daarover advies gevraagd aan het deskundigenteam OMT.