Eerste krimp Amerikaanse werkgelegenheid sinds april
De werkgelegenheid in de Verenigde Staten is in december onverwachts afgenomen. Volgens het Amerikaanse ministerie van Arbeid gaat het om de eerste banenkrimp sinds de grote coronaklap van afgelopen voorjaar.
In totaal gingen er exclusief de landbouw 140.000 arbeidsplaatsen verloren, terwijl economen in doorsnee eigenlijk hadden gerekend op zo’n 50.000 extra banen. De werkloosheid steeg hierdoor naar 6,8 procent, van 6,7 procent in de voorgaande maand.
De cijfers wijzen op een kink in het eerder ingezette herstel van de Amerikaanse arbeidsmarkt. De laatste keer dat er per saldo banen verdwenen was in april, toen na de afkondiging van lockdowns tegen de coronapandemie rond de 20 miljoen arbeidsplaatsen verloren gingen. In de daaropvolgende maanden creëerden bedrijven weer miljoenen nieuwe banen, maar na september vertraagde dat herstel.
Toch staan er niet alleen maar tegenvallende cijfers in het nieuwe banenrapport van de overheid. In november kwamen er volgens een bijgestelde raming nog 336.000 arbeidsplaatsen bij. Dat zijn er 91.000 meer dan eerder gemeld.
De nieuwe omslag op de arbeidsmarkt komt in een tijd dat de besmettingsaantallen in de VS weer razendsnel oplopen. Vorige maand waren er keer op keer dagrecords aan coronabesmettingen. Ook de maatregelen tegen die nieuwe golf werden aangescherpt, wat vooral is terug te zien in het grote verlies aan banen bij winkeliers en in de vrijetijds- en horecasector.