Het is stil in de Graftuin

Toeristen zijn in Israël een bezienswaardigheid geworden. De stroom van buitenlandse bezoekers is vorig jaar zo ongeveer gehalveerd. Foto’s en beelden van bloedige bomaanslagen en oorlogsachtige taferelen in de bezette gebieden doen de gasten massaal besluiten weg te blijven. Is het christelijke paasfeest, dat deze keer ook nog samenvalt met het Joodse Pesach, normaal gesproken goed voor stromen vakantiegangers uit alle delen van de wereld, nu moeten hotels in Israël het vooral hebben van binnenlands toerisme. De Palestijnse opstand doet de toeristische sector in het Heilige Land schudden op z’n grondvesten.

28 March 2002 11:13Gewijzigd op 13 November 2020 23:29
Volle, gezellige terrasjes zijn er in Jeruzalem op dit moment niet zo veel meer te vinden. De angst voor zelfmoordaanslagen is groot. - Foto’s Israëlisch Bureau voor Toerisme
Volle, gezellige terrasjes zijn er in Jeruzalem op dit moment niet zo veel meer te vinden. De angst voor zelfmoordaanslagen is groot. - Foto’s Israëlisch Bureau voor Toerisme

Het is stil in Jeruzalem. Stil in Gethsemane, stil in de Graftuin, stil bij het graf van David. Zelfs in de beroemde Heilige Grafkerk zijn nergens rijen wachtenden. Je kunt alles goed en op je gemak bekijken. De reden van de rust is de in september 2000 door de Palestijnen begonnen tweede Intifada. Sinds de beelden van doden en gewonden de wereld over gingen, droogde de stroom toeristen op. Niet dat er helemaal geen mensen meer richting Israël gaan, maar hun aantal is wel zo ongeveer gehalveerd. In 2000 registreerde het ministerie van Toerisme nog 2,4 miljoen buitenlandse bezoekers; in 2001 was dat aantal gedaald tot ruim 1,2 miljoen. Een regelrechte ramp voor de Israëlische economie die zwaar leunt op een goed draaiende toeristische sector.

Mevrouw Anat Kadan, directeur van het Israëlische bureau voor Toerisme in de Benelux, dat zetelt in Amsterdam, zucht ervan. Nee, bang voor haar baan is ze niet, maar de toestand is zorgelijk. Ze schudt meewarig haar hoofd alsof ze het maar niet kan begrijpen. „Het is zo’n mooi land.” Dan, resoluut en om zichzelf moed in te spreken: „We blijven hopen op vrede en dan zal alles heel snel weer beter gaan.”

Vooralsnog moeten de toeristenbureaus van de Joodse staat over de hele wereld een ongelijke strijd voeren tegen het negatieve nieuws dat iedere dag vanuit Israël de wereld wordt overgezonden. Een zelfmoordaanslag in een hotel in Netanya, een disco in Tel Aviv, een café in Jeruzalem, een bus in Haifa. Schietpartijen in de grote steden en niet te vergeten oorlogsachtige taferelen in de Bezette Gebieden. Of, om de in rechtse Israëlische kringen gebezigde terminologie te gebruiken: Samaria en Judea.

Bewaker
Wie het land ondanks alles toch bezoekt, ontmoet vanaf de eerste voet op Israëlische grond ongeloof, bewondering en scepticisme. Vanwege de extreem strenge veiligheidsmaatregelen, kun je Israël op dit moment moeilijk een gastvrij land noemen. De redenen zijn begrijpelijk. Aan de ene kant zou het ministerie van Toerisme iedere vakantieganger die op het nationale vliegveld Ben Gurion aankomt wel met vlag en wimpel willen binnenhalen. Aan de andere kant eist de realiteit dat iedere buitenlandse bezoeker gezien wordt als een potentiële bedreiging voor de veiligheid van de Staat Israël. Eindeloze ondervragingen en soms bijna belachelijk aandoend gesnuffel in koffers en tassen is het gevolg.

Het was opmerkelijk dat juist de Israëlische vliegmaatschappij El Al na de aanslagen op het WTC in New York in de picture stond omdat de veiligheidsmaatregelen, die die maatschappij standaard hanteert, ineens het voorbeeld werden voor anderen. El Al staat voor veiligheid en dat merken de passagiers aan nog strengere incheckprocedures. „Al is het natuurlijk wel zo dat je dan ook zeker weet dat je een veilige reis maakt”, meldt een ondervragende werkneemster op Schiphol nuchter. „’t Is maar waarvoor je kiest.”

Wie Israël eenmaal binnen is en de aankomsthal van Ben Gurion uitwandelt, komt in een land dat werkelijk op alle fronten in de hoogste staat van paraatheid is. Voor Nederlanders doet het bijvoorbeeld nogal vreemd aan een bewaker met een pistool te zien staan bij de ingang van een bank. Of een oude man, uiteraard bewapend, de wacht te zien houden bij de ingang van een supermarkt. Er is geen winkel of bus waarop niet scherp toezicht wordt gehouden en bij de ingang van grote winkelcentra moet iedereen door een veiligheidspoortje.

Een winkelbediende in een belangrijke Jeruzalemse winkelstraat probeert er maar een grapje van te maken: „Israël is het enige land ter wereld waar ze banger zijn dat je iets de winkel inbrengt dan dat je het, onbetaald, mee naar buiten neemt.” Het is juist dit cynisme dat veel Israëliers op de been houdt, al proef je direct onder het onverschillige laagje de spanning.

Verzekering
Mevrouw Kadan vertelt dat lang niet overal in Israël de situatie onveilig is. „In Eilat, een badplaats aan de Rode Zee, is er niets aan de hand. Ook in delen van van Galilea is er over het algemeen weinig reden tot ongerustheid. Maar ik kan best begrijpen dat mensen huiverig zijn om naar Jeruzalem te gaan.” Ze maakt zich boos over de verhalen als zou geen enkele verzekeringsmaatschappij reizigers naar Israël meer willen verzekeren. „Dat is onzin. Het feit dat het calamiteitenfonds een negatief reisadvies heeft gegeven, wil alleen maar zeggen dat een reiziger in het geval dat hij gerepatrieerd moet worden zelf voor de kosten opdraait. En het feit dat een reiziger die betrokken raakt bij een aanslag geen vergoeding krijgt, is niets bijzonders. Dat geldt voor ieder land in de wereld.”

Volgens mevrouw Kadan wordt op dit moment uitgezocht of het wettelijk wel is toegestaan dat sommige verzekeringsmaatschappijen Israël-reizigers niet meer willen uitkeren in geval van medisch letsel. „’t Is toch onzin dat je geen vergoeding krijgt als je je enkel in Jeruzalem breekt en wel als je hem breekt op de stoep voor je huis?” Over het gerucht dat de Israëlische staat iedere bezoeker automatisch zou willen verzekeren, is ze helder. „Dat is inderdaad nog een gerucht, niet meer.”

Maar of je nu wel of niet te verzekeren bent; geen enkele maatschappij kan je garanderen dat je niet met een terroristische aanslag te maken krijgt. Het verraderlijke van terrorisme is namelijk juist dat je nooit kunt zeggen waar het toeslaat. Helder is wel dat het voor niemand aan te bevelen is in Israël per bus te reizen. Ook volle restaurants kun je beter links laten liggen, al zijn er, bijvoorbeeld in Jeruzalem, nog amper volle restaurants en cafés te vinden. Plaatsen waar je het minst te duchten hebt, zijn die gebieden waar ook veel Arabische Israëliers wonen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer