G. viel de vrouw op de avond van 21 april 2019 aan bij de flat Geervliet in Amsterdam-Buitenveldert. Hij verkrachtte haar en schopte haar meermalen tegen het hoofd. De man kon kort na de schokkende gebeurtenissen worden aangehouden. Hij zou er toen al van overtuigd zijn geweest dat hij het slachtoffer om het leven had gebracht, omdat hij zich daarover in grove bewoordingen uitliet tegen de politie.

De vrouw raakte in coma. Zeven weken later besloot haar familie vanwege haar uitzichtloze situatie de sondevoeding te staken, waarna zij overleed.

Volgens het OM is G. zich te buiten gegaan aan „extreem geweld” en was het zijn doel slachtoffer Rinia Chitanie te doden. „Een zeer ernstig en verdrietig feit”, zo omschreef de aanklager het misdrijf.

De rechtbank veroordeelde G. vorig jaar tot zes jaar en tbs. Zowel G. als het OM tekende hoger beroep aan tegen dat vonnis. Tijdens de behandeling van de zaak bij het hof rees de vraag waarom G. die moeite heeft genomen, want hij liet het gros van de vragen onbeantwoord. Daarmee bleven de feiten zoals ze al eerder waren vastgesteld door de rechtbank. Tijdens verhoren bij de politie heeft G. een gedetailleerde bekentenis afgelegd.

Gedragskundig onderzoek leidde tot de conclusie dat G. sterk verminderd toerekeningsvatbaar is. Hij zou ten tijde van het geweld psychotisch zijn geweest. Drankgebruik zou daar een grote rol bij hebben gespeeld. G. kwam in 2014 vanuit zijn geboorteland Eritrea naar Nederland en woonde bij zijn ouders. Hij kampte al geruime tijd met psychiatrische problemen.

G.’s advocaat pleitte voor een hernieuwde gedragskundige observatie, omdat hij niet uitsluit dat G. voor volledig ontoerekeningsvatbaar moet worden gehouden. Met die conclusie zou de man direct aan zijn tbs-behandeling kunnen beginnen, zonder eerst jaren in de gevangenis te moeten zitten. De deskundigen die G. hebben onderzocht zien geen toegevoegde waarde van nog een observatie. Ook het OM acht deze niet zinvol.

De geweldsexplosie leidde destijds tot een schok in de buurt. Bewoners van de flat, die de vrouw hadden horen schreeuwen, hebben een deel van de gebeurtenissen kunnen zien. Een van deze getuigen werd door G. met de dood bedreigd. Dat G. zich in de volle openbaarheid aan de vrouw vergreep en haar vervolgens zeer ernstig mishandelde, noemde het OM „bizar en bijzonder”.

Het hof doet uitspraak op 19 januari.