Orgeladviseur Hans Kriek (86) overleden
In zijn woonplaats Didam is zaterdag 2 januari op 86-jarige leeftijd Hans Kriek overleden. Hij was orgeladviseur en bouwde en restaureerde zelf ook enkele orgels.
Samen met Herman Zandt schreef hij het boek ”Organum Novum. Orgelbeweging in Nederland sedert 1945 tot 1964”. In 1981 publiceerde hij onder eigen naam ”Organum Revividum”, waarin hij de orgelbouwhistorie en kerkmuziek tot 1980 beschrijft. De term neobarok als etiket voor de orgelbouwperiode na 1945 noemde Kriek niet onjuist, maar in wetenschappelijk opzicht verwarrend. „Naar eer en geweten probeerde men de draad die na de barok gebroken was weer op te pakken, maar het gaat te ver te beweren dat men trachtte een nieuw soort barokorgel te bouwen”, aldus de adviseur. Volgens hem ging het de pioniers in die tijd erom een nieuw type instrument te bouwen dat aansloot bij dat punt in de orgelbouwhistorie, waar hoe langer hoe verder van de wetmatigheden werd afgeweken.
Kriek wordt wel beschouwd als een „vuurvreter” of een „rechercheur in orgelzaken.” Hij liet geen kans onbenut om misstanden in de orgelbouw aan de kaak te stellen. Hij was thuis in orgelzaken of ook in orgelbastaardzaken, zoals hij die noemde. Het College van Beroep van de Stichting Reclame Code stelde hem ooit in het gelijk na een zijns inziens misleidende reclamepakker dat het elektronisch orgel „hét orgel voor klassieke muziek” heette te zijn, terwijl een pijporgel gesuggereerd werd.
In 2005 schreef Kriek het boek ”Kerk in de uitverkoop”, waarin hij de uitholling van de liturgie aan de kaak stelt. Met een scherpe en in cynische humor gedrenkte pen legt hij de vinger bij een aantal zere plekken. Waarom worden er om Schriftuurlijke redenen in bepaalde kringen geen gezangen gezongen, terwijl er opwekkingsliederen zo mateloos populair zijn? Legaliseren van die versjes in een kerkelijk liedboek betekent volgens hem kerkmuziekeuthanasie. „Vermeende vaklieden” die om commerciële redenen met bundels voorspelen en begeleidingen folklore in stand houden, zoals hij die noemt, krijgen ook een veeg uit de pan. Aanhangers die een bepaalde zingtrant tot identiteitskenmerk hebben verheven, krijgen er eveneens van langs.