Shell zwicht voor investeerders
Eigenlijk was er voor Koninklijke/Shell Groep geen houden meer aan sinds deze in januari met het schaamrood op de kaken zijn bewezen olie- en gasreserves met dik 20 procent naar beneden moest bijstellen. Shell was in één klap ontdaan van zijn aureool van degelijkheid.
Reserves zijn voor energieconcerns als Shell van levensbelang. Een bedrijf dat meer olie en gas produceert dan het aan nieuwe voorraden opspoort, droogt simpelweg langzaam op.
Investeerders in de energiegigant zeiden al langer dat de Nederlands-Britse combinatie wegens haar ondoorzichtige bedrijfsstructuur moeilijk viel te doorgronden. Het reservefiasco deed de vraag rijzen of het eigen management wel goed zicht had op wat er zich binnen het concern afspeelde.
De gecompliceerde organisatie van Shell vloeit voort uit de historie van het concern. Sinds begin vorige eeuw de Koninklijke Nederlandse Petroleummaatschappij en Shell Transport & Trading samengingen, bleven de twee moedermaatschappijen in hoge mate zelfstandig opereren, met aparte directies en aparte toezichthouders.
In maart liet de nieuwe topman, Jeroen van der Veer, die de over het reserveschandaal gestruikelde Brit Philip Watts was opgevolgd, weten dat voor 2005 een besluit zou worden genomen over een nieuwe structuur. Daartoe zou het concern praten met investeerders en zeker ook hun suggesties meenemen.
De grote beleggers vonden dit te halfzacht. Vooral Angelsaksische investeerders en Amerikaanse institutionele beleggers (goed voor een belang van 25 procent in Shell) pookten het vuur op. De grote Nederlandse pensioenfondsen ABP en PGGM sloten zich aan, daartoe aangemoedigd door de conclusies van de commissie-Tabaksblat voor goed ondernemingsbestuur.
De bondgenoten troffen elkaar in april in hartje Londen om een gezamenlijke strategie te ontwikkelen. Helder bestuur, meer openheid en een striktere controle zouden verdere miskleunen kunnen voorkomen. En zolang het olieconcern volhield dat de 97 jaar oude bedrijfsstructuur niet de oorzaak van de crisis was, was het zaak om de druk op te voeren. Ruim een maand later liet het concern weten ergens in november met voorstellen voor een nieuw bestuur te komen.
De Nederlandse pensioenfondsen ABP en PGGM zeiden het „te betreuren” dat Shell pas in november met eventuele aanpassingen aan de structuur zou komen. Van der Veer zei evenwel vast te houden aan zijn eigen schema.
Donderdag kwam de topman naar buiten met de nieuwe organisatiestructuur. De Koninklijke/Shell Groep wordt één wereldwijd opererend bedrijf, geleid door één bestuur met tien commissarissen en vijf bestuurders. De dagelijkse leiding van de nieuwe Nederlands-Britse oliemaatschappij Royal Dutch Shell komt in handen van hemzelf. De nieuwe structuur levert in zijn ogen meer transparantie op. „Het is nu duidelijk wie de leiding heeft”, zei Van der Veer donderdag. Volgens de topman kan hij in zijn nieuwe positie „beslissingen met de nodige urgentie forceren.”
Nu is het woord weer aan de aandeelhouders. Zij mogen in mei volgend jaar een oordeel over de nieuwe structuur vellen.