Hoog tijd dat president Trump de realiteit onder ogen ziet
Of Brad Raffensperger ‘even’ 11.780 stemmen voor hem kon opduiken. Want dat aantal kwam Donald Trump nu net tekort om de verkiezingwinst in de staat Georgia alsnog in de wacht te slepen. Zijn Republikeinse partijgenoot kon dat toch wel voor hem regelen?
Trump probeerde het zaterdag eerst vleiend. Daarna zo ongeveer smekend. En ten slotte uitte de Amerikaanse president verkapte dreigementen met strafrechtelijke gevolgen als de hoogste verkiezingsofficial in Georgia niet zou meewerken om zijn verkiezingsnederlaag tegen Joe Biden ongedaan te maken.
De telefonische overredingspogingen van Trump duurden zaterdag maar liefst een uur. Die zestig minuten waren echter niet genoeg om zijn Republikeinse partijgenoot uit Georgia op andere gedachten te brengen. Integendeel, Raffensperger hield de president keer op keer voor dat de verkiezingen in zijn staat eerlijk en nauwkeurig waren verlopen. Zelfs twee hertellingen hadden geen onregelmatigheden aan het licht gebracht.
Het telefoongesprek staat keurig op de band en de Washington Post wist er als eerste de hand op te leggen. Inmiddels is de complete conversatie voor iedereen na te luisteren. Dat scheelt weer uitleg aan complotdenkers die misschien menen dat ook deze woorden van Trump weer uit hun verband zijn gerukt.
Intussen is het wel de zoveelste laakbare en aan zieligheid grenzende poging van Trump om zijn verkiezingsnederlaag in twijfel te trekken. Na alle vergeefse gerechtelijke procedures, hertellingen en de officiële bevestiging van de uitslag door het Electoral College, wordt het toch eindelijk wel eens tijd dat het vertrekkende staatshoofd zijn verlies neemt en de realiteit onder ogen ziet.
Niets blijkt vooralsnog minder waar. Zelfs niet nu woensdag het voltallige Amerikaanse Congres de verkiezingsuitslag zal bekrachtigen en daarmee de laatste formele hindernis richting de inauguratie van Joe Biden als 46e president van de Verenigde Staten is genomen.
De onrust over de manoeuvres van Trump is kennelijk zo hoog opgelopen dat tien voormalige Amerikaanse ministers van Defensie het zelfs nodig vonden in een opinieartikel in de Washington Post de president op te roepen de uitslag van de stembusgang te accepteren. Zij hebben vooral kritiek op „pogingen om de Amerikaanse strijdkrachten te betrekken bij het oplossen van verkiezingsgeschillen.”
Het is ronduit beschamend dat voormalige bewindslieden –en dat waren bepaald geen linkse Democraten– een dergelijke oproep in een beschaafde democratie moeten doen.
Er is terecht veel zorg over de liberale ethische agenda van Biden, maar het is te hopen dat deze verkiezingsklucht na de inauguratie van de nieuwe president op 20 januari definitief ten einde is.