‘Geringere ingebruikname kantoren zorgt niet voor meer leegstand’
Het totale oppervlakte aan kantoorruimte dat in gebruik is genomen, lag afgelopen jaar „historisch laag”. Evengoed heeft dit niet geleid tot meer leegstand. Dat concludeert vastgoedadviseur Cushman & Wakefield in een rapport over 2020. Vooral in grote steden werden minder kantoorruimtes betrokken.
In vergelijking met een jaar eerder werd 34 procent minder aan kantoorruimte in gebruik genomen. Voor het eerst deze eeuw lag het aantal vierkante meter daarbij met 952.000 onder de 1 miljoen. Dat is ook onder het niveau van de periode na de financiële en economische crisis in de jaren 2008-2009.
De economische recessie destijds was minder groot was dan die van dit moment. Toch liep de kantorenleegstand in die tijd in hoog tempo op naar 14 procent. Volgens de kenners heeft de crisis nu, anders dan toen, het huidige perspectief onder kantoorgebruikers op herstel en groei niet weggenomen.
In de vijf grote steden daalde de ingebruikname van kantoren met 40 procent. De vastgoedadviseur benadrukt dat in de grote steden in het bijzonder sprake is van schaarste onder kwalitatief hoogwaardig kantorenvastgoed. Het is ook voor het eerst in tien jaar dat de vijf steden, Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Amsterdam en Eindhoven, minder dan 50 procent van de ingebruikname van kantoorruimten voor hun rekening namen.
De „historisch lage ingebruikname” heeft volgens de vastgoedadviseur niet geleid tot een stijging van de kantorenleegstand. Eind 2020 stond er gemiddeld in Nederland 8,2 procent kantoorruimte leeg. Dat is het laagste niveau sinds 2002. Volgens Cushman & Wakefield is de impact van de aanhoudende schaarste van voor verhuur beschikbare kantoren groter dan de forse daling van de ingebruikname.