Tussen Alkmaar en Osno Lubuskie
„Zal ik mijn productie naar Polen verplaatsen?” Voor veel ondernemers een bekende vraag. Grumetti, dat cosmetica maakt voor een aantal grote drogisterijketens, maakte de vertaalslag van gedachte naar daad.
Tussen Alkmaar en Osno Lubuskie liggen honderden kilometers en een wereld van verschil. De beslissing om actief te worden in een slaperig dorpje in het westen van Polen moet dus een stevige onderbouwing hebben. Niels Bergsma, bedrijfsleider in de Poolse vestiging van Grumetti, is er gauw mee klaar. „De vervaardiging van een aantal producten was dermate arbeidsintensief, dat overplaatsing van de productie haast onontkoombaar was.”
Al snel viel de keus op Polen. Het land heeft een goed opgeleide beroepsbevolking. Een ander voordeel is dat de afstand met Nederland redelijk valt te overbruggen. Tenminste, als je niet te ver naar het Oosten gaat. De zoektocht naar meer gerichte informatie verliep voorspoedig. Bergsma: „Wij leerden al vrij snel bedrijfsbemiddelaar Nieuwenhuis kennen. Dat was ons geluk, want hij heeft veel kennis en wij kunnen op hem vertrouwen.”
Door zijn contacten wist Nieuwenhuis van een gemeentebestuur dat ontzettend omhoog zat met een leegstaand pand midden in een dorp. De Aldi en de Lidl zaten op het vinkentouw, maar de komst van een van beide prijsvechters zou ongetwijfeld ten koste gaan van de plaatselijke middenstand. „Alle alternatieven waren welkom, zolang het maar geen zware industrie betrof”, vertelt Bergsma. Nieuwenhuis kreeg de handen op elkaar voor de komst van Grumetti. „Wij hebben het getroffen. De gemeente heeft zelfs geholpen met aanpassingen aan het gebouw.”
Met een werkloosheid van 25 procent in de regio doen de plaatselijke overheden veel om investeerders te lokken. Het pand in Osno Lubuskie was het beste, maar niet het enige aanbod. Desondanks volgden maanden van ambtelijke procedures om de benodigde vergunningen te verkrijgen. „Je bent aangewezen op specifieke deskundigheid van mensen als Nieuwenhuis. Als je alles zelf moet uitvinden, is de kans van slagen klein.”
Uiteindelijk konden de machines uit Alkmaar naar Polen verhuizen. Dat ging zonder ontslagen. „We maken zo’n groei door, dat we de mensen binnen het bedrijf konden overplaatsen”, zegt Bergsma. Voor die tijd hadden een paar Poolse werknemers een paar maanden in Nederland meegelopen. „Ze zijn leergierig én gemotiveerd. Nu moet ik wel zeggen, dat het jonge mensen betreft. De generatie boven de 45 jaar is een verloren generatie. De communistische tijd heeft een te groot stempel op haar gedrukt. Het is niet anders.”
De werknemers in de productiehal maken een allesbehalve verloren indruk. In hoog tempo verpakt een handjevol vrouwen setjes zogenoemde camouflagepoeders. In een doosje moet een tabletje gehard kleurpoeder, nog een tabletje, dan een donsje, het doosje moet dicht en vervolgens moet er een etiket op. De aanblik van de handelingen die nodig zijn om een relatief goedkoop cosmeticaproduct te vervaardigen, maakt inzichtelijk dat winstgevend draaien met het Nederlandse loonkostenniveau moeilijk zo niet onmogelijk wordt.
„Zelfs als de loonkosten met 10 procent per jaar stijgen, duurt het nog jaren voordat we in de buurt van de Nederlandse tarieven komen. Er zijn al bedrijven die weer verder naar het Oosten trekken”, weet Bergsma. Maar Grumetti zit voorlopig best in Osno Lubuskie. „De Poolse werknemers willen graag. Je hoeft maar te denken: er moet iets gebeuren - en ze doen het. Ik ben hier nog geen ongemotiveerde uitzendkrachten tegengekomen.”
Wel moet Bergsma eraan wennen dat het nemen van initiatief een braakliggend terrein is in het Poolse werknemerslandschap. Hij wijst op een nieuw stopcontact. Met veel moeite wist hij de klusjesman zover te krijgen dat deze niet om de haverklap kwam vragen op welke plek hij exact moest gaan boren. „Zo werkt het systeem.” Met alcoholisme, een groot probleem in Polen, heeft Grumetti weinig te stellen. Wie dronken is, vliegt eruit. Heerlijk helder.
De 25 mensen die Bergsma onder zijn hoede heeft werken echter naar volle tevredenheid. „Zij zijn voor mij het bewijs dat wanneer mensen echt iets willen, alles mogelijk is”, zegt hij. „Bovendien, ik ben er zelf bij. Als ik een paar onervaren werknemers naast elkaar zet, is het vragen om bonje. Het heeft ook iets gemoedelijks. Een chauffeur had een heftruckcursus gevolgd op zo’n oud Russisch apparaat. Ga dan maar eens proberen een vrachtwagen uit te laden.”