Tijdlijn van Britse toetreding tot en uittreding uit de EU
Met een handelsdeal tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk wordt voorkomen dat er vanaf 1 januari grote handelsbarrières worden opgeworpen tussen de Britten en het landenblok. Bovendien komt er een einde aan jarenlange onderhandelingen en politiek gesteggel over het vertrek van de Britten.
Het Verenigd Koninkrijk was niet een van de oprichters van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS), de eerste voorloper van de huidige EU. In 1961 wilde het land wel lid worden van de Europese Economische Gemeenschap (EEG), maar een Frans veto voorkwam toetreding in 1963 en nogmaals vier jaar later. In 1973 trad het Verenigd Koninkrijk wel toe, gelijk met Ierland en Denemarken.
Twee jaar later was er al een referendum over het Britse lidmaatschap. De Labour-regering vroeg toen of de Britten lid wilden blijven en ruim 67 procent stemde daar voor. Onder premier Margaret Thatcher ontstonden er barstjes in de band tussen de Britten en het Europese vasteland. Thatcher meende dat het Verenigd Koninkrijk te veel moest betalen aan de EEG en eiste in 1979 „haar geld terug”. In 1984 kreeg het Verenigd Koninkrijk uiteindelijk een korting.
Met het Verdrag van Maastricht werd in 1992 een stap gezet naar verdere integratie van de EEG, maar de Britten regelden dat ze niet hoefden mee te doen aan bijvoorbeeld een nieuwe Europese munt. Onder premier Tony Blair herhaalden de Britten dat standpunt nog maar eens en toen de euro werd ingevoerd, zaten de Britten bij sommige belangrijke beslissingen daarom niet meer aan de hoofdtafel in de EU.
De Britse eurosceptici werden in de jaren erna steeds invloedrijker, met onder meer de UK Independence Party (UKIP) van Nigel Farage. Premier David Cameron beloofde, om UKIP-stemmers naar zijn Conservative Party te lokken, in de aanloop naar de parlementsverkiezingen in 2015 dat er een referendum zou komen over een langer lidmaatschap van de EU. Toen hij die herverkiezing won, schreef Cameron dat referendum ook uit. Zelf zou hij campagne voeren om in de EU te blijven, het Remain-kamp.
Op 23 juni 2016 stemden de Britten met een klein verschil, 52 procent tegen 48 procent, voor de brexit, een vertrek uit de EU. Cameron nam de volgende dag ontslag en werd opgevolgd door Theresa May. Zij beriep zich in maart 2017 op artikel 50 van het Verdrag betreffende de EU, dat vertrek mogelijk maakt. Daarmee werd de datum voor de brexit op 29 maart 2019 gesteld.
May sloot na lang onderhandelen in november 2018 een deal met de EU over een scheidingsverdrag. In de maanden daarna werd dat verdrag drie keer weggestemd in het Lagerhuis en de brexitdatum werd doorgeschoven naar 31 oktober 2019. In juni van dat jaar stapte May, wiens positie verzwakt was, op als premier en Boris Johnson werd haar opvolger. De voormalige burgemeester van Londen was een groot voorstander van de brexit.
Johnson onderhandelde met de EU over een iets aangepaste versie van het brexitverdrag, maar had ook problemen om dat door het Lagerhuis goedgekeurd te krijgen. Uiteindelijk besloot hij tot een vervroegde verkiezing waarmee hij een meerderheid in het parlement verkreeg en kon de brexit na een tweede uitstel op 31 januari dit jaar alsnog plaatsvinden.
In het brexitverdrag was een overgangsperiode tot eind 2020 afgesproken met mogelijke verlengingen van enkele jaren waarin de Britten de Europese regels zouden blijven volgen. Daarmee werd de tijd geregeld voor onderhandelingen over een handelsverdrag voor na de overgangsperiode. Johnson liet al snel weten dat van verlengingen geen sprake kon zijn en dat het Verenigd Koninkrijk op 1 januari 2021 op eigen benen zou staan, met of zonder deal.
In maart begonnen vervolgens de onderhandelingen over een handelsdeal met het idee dat zo’n akkoord er voor eind oktober moest zijn om tijdig vertaald en goedgekeurd te kunnen worden. Door onder meer het coronavirus verliepen die onderhandelingen moeizaam. De deadline in oktober werd niet gehaald en ook een aantal andere deadlines in de afgelopen weken gingen zonder deal voorbij, maar telkens werd besloten door te praten in de hoop toch nog een deal te kunnen sluiten.