„Het is in Nederland op dit moment niet meer mogelijk om de hartchirurgische zorg te leveren waarvan we in ons land vinden dat die noodzakelijk is. Dit betekent een toename van sterfte door niet of te laat verrichten van operaties en verlies van levensverwachting en kwaliteit van leven.”

De hartchirurgie wordt volgens de vereniging met name getroffen door de situatie doordat bij hartchirurgische zorg altijd postoperatieve opvang op een intensive care nodig is. „Daarmee „concurreert” de hartchirurgie dus 1 op 1 met andere ic-behoeftige zorg, in dit geval dus met gevorderde stadia van Covid „, zegt Jerry Braun, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie.

De landelijke spreiding van de Covid-gerelateerde ic-zorg houdt volgens hem geen rekening met de specifieke zorgtaken van de verschillende ziekenhuizen. Er zijn in Nederland zestien centra waar hartchirurgie wordt verricht, zegt hij. Bij de spreiding van Covid-gerelateerde ic-zorg zou voor deze zestien centra een andere verdeelsleutel gehanteerd moeten worden, vindt Braun.

Op jaarbasis zijn in Nederland inmiddels bijna 1900 hartoperaties minder verricht vergeleken met vorig jaar, meldt zijn organisatie.