‘Voor Nederlander in achterstandswijk zelfde aanpak als migrant’
Komende kabinetten moeten autochtone Nederlanders in achterstandswijken op dezelfde manier aanpakken en uitdagen als Nederlanders met een migratieachtergrond. Dat zegt burgemeester Ahmed Marcouch van Arnhem in Trouw.
Marcouch maakt zich zorgen om „Nederlandse Nederlanders”, zonder werk, zonder opleiding en zonder vertrouwen in het systeem. Hij mist de oprechte aandacht die deze groepen nodig hebben. „Kinderen groeien op zonder dat ze iemand kennen die werkt. Die groep is verweesd, ze zijn voortdurend boos op de ander. Ze hebben het slachtofferschap als het ware geïnternaliseerd. Ze hebben geen vertrouwen meer in het systeem. Niet in de overheid, niet in de politiek, niet in de instellingen die bedoeld zijn om mensen te ondersteunen. Ze ontberen het gemiddelde taalniveau, ze ontberen vaardigheden en competenties om mee te doen in de samenleving. Ze ontberen ook de structuur thuis die maakt dat je je kinderen zo kunt opvoeden dat ze het milieu van hun ouders kunnen ontstijgen. Ze erven nu de achterstand. De hoop is weg, dat is verschrikkelijk.”
Bij ‘nieuwe’ Nederlanders benadrukken politiek, onderwijs en overheidsinstanties dat ze de taal moeten leren en dat ze zichzelf moeten ontwikkelen zodat ze mee kunnen in de samenleving. Volgens Marcouch zorgt dat er bij jonge Nederlanders met een migratieachtergrond voor dat ‘het vuur aanwakkert’ om te bewijzen dat ze het beter willen doen dan hun ouders. Bij Nederlandse Nederlanders ziet Marcouch dat niet, of veel minder. „Je moet mensen uitdagen, een moreel appèl op hen doen. Dezelfde aandacht geven die we mensen met een migratieachtergrond voortdurend geven.”
In kwetsbare wijken zou hetzelfde moeten gebeuren als in Arnhem-Oost waar de krachten worden gebundeld op het gebied van onderwijs, werk, huisvesting en veiligheid, aldus de burgemeester in Trouw. „Het is gewoon niet fair dat mensen zo achterblijven. Het wegwerken van achterstanden is de belangrijkste opgave, wat mij betreft voor de komende twintig jaar. De komende kabinetten moeten daar werk van maken.”