Dat bleek woensdag uit antwoorden van de Commissie op vragen van de Nederlandse Europarlementariërs Peter van Dalen (ChristenUnie), Bert-Jan Ruissen (SGP) en Annie Schreijer-Pierik (CDA). De drie wilden dat van gezonde visbestanden ten minste 25 procent van de niet-benutte quota zou worden doorgeschoven. Volgens Europese regels kan dat echter met maximaal 10 procent.

Eurocommisaris Virginijus Sinkevicius (Visserij) schrijft dat een wetswijziging nodig zou zijn om dat te veranderen. Daar voelt de Commissie niets voor. Ze noemt zo’n forse verhoging „buitensporig” en vreest dat dit negatief uitpakt voor de duurzaamheid van de visbestanden.

Sinkevicius suggereert dat het internationale onderzoeksinstituut ICES de onderbenutting van de quota mee laat wegen bij de vaststelling van de visvangstadviezen voor de komende jaren. ICES brengt elk jaar in de zomer advies uit, waarna de Europese visserijministers in december de definitieve visvangstquota vaststellen.

Door de coronacrisis is de vraag naar bepaalde soorten vis dit jaar ingezakt. SGP-Europarlementariër Bert-Jan Ruissen is teleurgesteld over het antwoord van de Commissie. Ruissen: „Dit geeft vissers niet de gevraagde zekerheid voor het begin van het nieuwe jaar, temidden van grote tegenslagen met betrekking tot de brexit, windmolenparken, aanlandplicht en pulsvisserij.”