Geen grappen over Auschwitz
Laten we eerlijk zijn: in reformatorische kring is iemand die een kritisch woord over reformatorische scholen uitspreekt, al snel verdacht. Doorgaans worden reformatorische scholen geprezen als opvoedingsinstituten waar zelden iets misgaat. Komt er wel een wantoestand naar buiten, dan is men er als de kippen bij om de kou uit de lucht te halen. De paradepaardjes van reformatorisch Nederland moeten worden veiliggesteld.
Toch zijn de leerlingen op deze scholen ook mensen met gebreken, net als de docenten overigens. Niets menselijks is hen vreemd. Om iets te noemen: we weten allemaal dat sommige leerlingen van reformatorische scholen niet afkerig zijn van stappen. Al is het niet naar megadiscotheken in het oosten des lands, dan wel naar gelegenheden in het midden des lands waar het alcoholisch vocht rijkelijk vloeit. Ook deze leerlingen kijken naar films waar zelfs onversneden porno aan de orde komt. Niet minder erg is dit: dat leerlingen, ook en juist van de reformatorische scholen, grappen maken over de holocaust - de moord op de ruim 6 miljoen Joden in de Tweede Wereldoorlog.
Weet je wat de Joden in de Tweede Wereldoorlog deden? Nou, die gingen op kamp. Wanneer verslikte Hitler zich in een jodenkoek? Toen hij de gasrekening kreeg gepresenteerd. Dergelijke grappen bagatelliseren, past niet. Tolereren evenmin. Vaak blijven zulke grappen onder leerlingen circuleren. Op zijn hoogst spreekt de ene leerling zijn medeleerling erop aan. Misschien krijgt een leraar ze niet eens te horen. Het geeft wel te denken dat ouders hier niets vanaf lijken te weten - of houden ze zich horende doof en spreken ze hun kinderen er niet meer op aan? Kennen zij het woord holocaust (brandoffer) soms niet eens?
Op de geschiedenisles is in het huidige onderwijssysteem flink bezuinigd. Dat is jammer. In kort tijdsbestek moet dan de Tweede Wereldoorlog worden behandeld. Uitvoerig kan er niet op worden ingegaan. Schoolexcursies gaan vaak naar ’leuke’ steden zoals Venetië, Florence, Rome, Londen of Parijs. Daar is op zich niets mis mee, maar een bezoek aan Auschwitz-Birkenau zou voor leerlingen van vijftien jaar en ouder verplicht moeten zijn. Het zou goed zijn (verwende) jonge mensen te confronteren met het ultieme kwaad dat ertoe leidde dat homoseksuelen, zigeuners en gehandicapten op gruwelijke wijze en soms zelfs in naam van God werden vernietigd.
In Auschwitz is elk woord overbodig. Op iedereen komt de vraag af of hij of zij ook tot zoiets vreselijks in staat zou zijn. Dan moet het antwoord volgens de catechisatieles theoretisch natuurlijk ja luiden, gevallen adamskinderen als we allemaal zijn. Maar theorie is geen praktijk. We kunnen dan wel het ja met de lippen belijden, maar geloven we het echt dat we net zo slecht zijn als de nazi-beulen?
Na 1945 echode het over de wereld: Auschwitz nooit meer. Sedert 1945 zijn er helaas nog vele Auschwitzen geweest. Stalin en Mao pleegden hun massamoorden en stammentwisten in Afrika kostten miljoenen levens. Tot in Europa toe (de Balkan) heeft Auschwitz niet opgehouden te bestaan.
Wie grappen maakt over Auschwitz, billijkt het kwaad van Auschwitz. Reformatorisch of niet. Jeugdige onbezonnenheid mag geen excuus zijn. Een jonge antisemiet is snel geboren. Een retourtje Auschwitz-Birkenau onder deskundige begeleiding vanuit de reformatorische scholen kan bepaalde excessen helpen voorkomen en hoort bij een christelijke opvoeding.