Herbouw verwoeste synagoge Hamburg lonkt
Alleen een gedenkplaats herinnert nog aan de grote Bornplatzsynagoge in Hamburg. Maar als het aan het bestuur van de Duitse stad en de Joodse gemeenschap ligt, wordt het tijdens de Kristallnacht in 1938 verwoeste gebedshuis snel herbouwd.
De regionale rabbijn Shlomo Bistritzky en de lutherse bisschop van Hamburg en Lübeck, Kirsten Fehrs, tekenden eerder deze maand een verklaring over de herbouw van de karakteristieke Bornplatzsynagoge. Hun doel is om te weten te komen welk draagvlak de mogelijke wederopbouw van de synagoge in de samenleving heeft. De herbouw ziet Bistrizky als een „stevig signaal in de strijd tegen toenemend antisemitisme.”
Haalbaarheid
Het balletje begon te rollen toen rabbijn Bistrisky vorig jaar in een interview met het Hamburger Abendblatt het idee opperde de synagoge te herbouwen. Dat plan kon rekenen op enthousiasme van de Hamburger gemeenteraad, die een haalbaarheidsstudie in gang zette en vorige maand 65 miljoen euro reserveerde. Ook de Bondsdag, het landelijke parlement, heeft eenzelfde bedrag beloofd. De resultaten van de haalbaarheidsstudie worden in het voorjaar van 2021 verwacht. Op de locatie van het vroegere gebedshuis bevindt zich nu een parkeerplaats met een groot mozaïek, dat herinnert aan het gebouw.
De Noord-Duitse havenstad heeft daarnaast de overblijfselen van een ander voormalige Joods bedehuis aangekocht. De synagoge voor liberale Joden, in 1844 gebouwd, werd verwoest tijdens een bombardement in de Tweede Wereldoorlog. De ruïnes hebben de bestemming van Joods cultureel monument gekregen.
Gapende wond
Rabbijn Bistritzky is blij met het voornemen om de Bornplatzsynagoge te herbouwen. Daarmee wordt volgens hem „een gapende wond” gedicht. „Hamburg heeft al eeuwen een Joodse identiteit, die abrupt werd beëindigd door de tirannie van de nationaalsocialisten.”
Hij verwijst daarmee onder andere naar de verwoesting van de synagoge tijdens de Kristallnacht op 10 november 1938. Relschoppers braken toen in het gebouw in, ontwijdden de Thora en staken het pand in brand. De constructie overleefde echter het vuur. In 1939 moest de Joodse gemeenschap de synagoge aan de Bornplatz tegen een lage prijs aan de stad teruggeven en ook de kosten dragen van de sloop.
Bisschop Fehrs beschrijft de wederopbouw van de synagoge als een signaal dat „het Joodse leven bij Hamburg hoort.”
Beeldbepalend
Toch staat niet iedereen te juichen bij de plannen voor herbouw. Bezwaren daartegen zijn vooral ingegeven door de karakteristieke uitstraling van het oorspronkelijke pand. De synagoge, begin 1900 in neoromaanse stijl opgetrokken, had kenmerkende ronde bogen en een beeldbepalende koepel van 39 meter hoog, inclusief vergulde davidster.
De 93-jarige Hamburgse schrijfster Peggy Parnass –van Joodse komaf– vindt het oorspronkelijke gebouw „te groot, te weelderig en te koud.” Zij pleit in het Hamburger Abendblatt voor een kleine synagoge op de plek waar het bedehuis ooit stond. Ook omwonenden hebben twijfels bij herbouw.
De Joodse gemeenschap in Hamburg heeft overigens geen nieuwe gebedsruimte nodig. De tegenwoordig 3000 leden tellende gemeenschap beschikt al over meerdere synagoges. Het interieur zal bij herbouw daarom vermoedelijk niet hersteld worden. Er liggen opties op tafel om het gebouw in te richten als museum over het Joodse leven in Hamburg of als bibliotheek.