Wisse wijdt ”Uit het zieleleven” aan brieven van Ralph Erskine
De naam van prof. Gerard Wisse (1873-1957) was onlangs in de kolommen van deze krant regelmatig te lezen. De directe aanleiding: de recente verschijning van een nieuwe biografie van zijn weg en werk, die overigens meer zijn weg dan zijn werk beschrijft. Het gaat me nu niet om die levensbeschrijving. Wel om een van zijn eigen geschriften.
Wisse is in 1911 gereformeerd predikant te Kampen, zijn vijfde gemeente alweer. Het is in dat jaar dat hem een brief van de Schotse prediker Ralph Erskine (overleden in 1752) onder ogen komt. Die was gericht „aan een zekere juffrouw, handelende over de enige en zekerste grond van het geloof.” Zij had hem geschreven over de nood van haar ziel. Ze wist namelijk maar geen zekerheid te ontvangen over haar geestelijke staat voor de Heere. Ze klaagde over haar „dodigheid, koelheid en geesteloosheid.”
In zijn reactie blijkt Erskine een echte pastor te zijn. Hij praat haar niet naar de mond, maar verwijst haar naar de vaste grondslag van Gods beloften in Christus. Niet het gevoel maar de oefening van het geloof zal zekerheid geven. „Zoek rust, niet in de stromen van heil en troost die van Hem afvloeien en die verscheidene wisselingen kunnen ondergaan, maar in Hem, de Hoofdbron, die altijd Dezelfde blijft.” Aldus Erskine.
Dominee Wisse kan zich helemaal vinden in de pastorale adviezen van deze brief. Om de inhoud ervan te onderstrepen en bredere bekendheid te geven, wijdt hij er zijn boekje aan dat hij de titel ”Uit het zieleleven. Over geloofsverzekerdheid” geeft.
Ik las het deze dagen nog eens. Wat Wisse over Erskine schrijft, is wat mij betreft ook van toepassing op hemzelf: „We merken op hoe dit schrijven getuigt van een geheiligd verstand, dat kennis heeft zowel van het zieleleven als van het Woord Gods.”
Om te beginnen voert hij een krachtig pleidooi voor een heldere Schriftuurlijk-bevindelijke prediking. „Zij die het Evangelie verkondigen, dienen zich grondig te werpen op de juiste exegese van de Schrift, maar ook op de hoogte te zijn van het geestelijke leven.” De ontvouwing van het zieleleven kan of mag in de bediening van het Woord niet gemist worden, zo vindt Wisse.
Wijze lessen geeft hij in dit boekje. Zo, als het gaat over de beproevingen in het leven. De Heere heeft er Zijn wijze bedoelingen mee. „Schrijf de Heere niet voor hoe Hij u leiden zal. Maar weet, naarmate u getrouwer de middelen gebruikt, regelmatiger Zijn verborgen omgang zoekt, aanhoudender op Zijn heil hoopt, Hij ook meer en meer het getuigenis van de Geest, dat u Zijn kind bent, in uw hart zal werken. (…) Wie graag de zekerheid begeert, beseffe, dat deze nooit anders ons deel wordt dan in de weg van de geloofsvereniging met de Heere Jezus. Maak dan dit stuk van de zekerheid niet los van zijn wortel, het gelovig omhelzen van Christus. (…) Uw verzekering zal er één van het geloof moeten zijn. Anders moet ze waardeloos worden geacht. Wie dus de verzekering wenst te bezitten, bewandele deze weg. Er zij veel verootmoediging voor God. Er worde gegraven en verdiept. Er zij hartelijk gelovig vluchten tot en omhelzen van de Heere Jezus als de énige en volkomen Borg en Zaligmaker. Zó zal de zekerheid ontstaan en toenemen. In de mate dat u gelooft, bent u verzekerd.”