Toegespitst: Theocraten staan alleen
Nu Forum voor Democratie is geïmplodeerd, maken ook SGP’ers de balans op. Een paar kritische kanttekeningen bij het tot nog toe gevoerde debat om deze discussie naar een hoger plan te tillen.
Dat FVD-leider Thierry Baudet antisemieten aanzoog of zelf opzocht, was al langer bekend. Vanaf april verschenen –ook in rechtse bladen– steeds meer mediaberichten over zijn ambivalente houding tegenover antisemieten. Klap op de vuurpijl was het boek ”Mijn meningen zijn feiten” van Harm Ede Botje en Mischa Cohen. Zij schrijven over een vriendschappelijke ontmoeting in 2017 tussen Baudet, de Amerikaanse blank-nationalist en voorvechter van rassenscheiding Jared Taylor en twee aanhangers van de rechtsextremistische organisatie Erkenbrand, onder wie de neonazi Fausto Lanser.
Pleidooi
Het rechtspopulisme spreekt veel seculiere burgers aan. Zij herkennen zich in de moeiten met de EU, in de klimaatscepsis, in het antifeminisme, in de felle kritiek op het links liberalisme en in de waardering van de Nederlandse soevereiniteit.
Ook veel reformatorische kiezers hebben hier sympathie voor. Daarom pleit onder anderen dr. J. O. van de Breevaart voor een bondgenootschap tussen SGP’ers en rechtspopulisten. Als wetenschappelijk medewerker van het Wetenschappelijk Instituut voor de SGP publiceerde hij de studie ”Concurrent of bondgenoot. Een perspectief op populisme” (uitgave Guido de Brès Stichting.
Hij ziet drie ideologische overeenkomsten tussen SGP en FVD: antifeminisme, profamily en bescherming van de democratische rechtstaat en de joods-christelijke cultuur. Ook is er volgens hem een historische parallel tussen de opkomst van het rechtspopulisme van nu en de ontstaansperiode van de ARP en de SGP. Ook voormannen van christelijke partijen ageerden toen tegen de gevestigde orde en bevochten voor hun achterban met succes een eigen plaats in de samenleving.
Critici van Van de Breevaart wijzen zijn pleidooi radicaal af. Ze verwijzen vooral naar bedenkelijke uitspraken van Baudet en de puur atheïstische opvattingen van zijn leermeester Paul Cliteur. Maar zij negeren dat een deel van de SGP op ideologische thema’s hetzelfde denkt als rechtspopulisten. Baudet is weg, in de Kamer stemmen SGP’ers meestal anders dan FVD’ers, maar in de SGP-achterban heerst nog steeds sympathie voor het rechtspopulisme.
De SGP-voormannen stonden destijds, net als veel tijdgenoten, ambivalent tegenover het antisemitisme. Dit alleen al moet voor- en tegenstanders van een bondgenootschap met rechtspopulisten alert maken. Vanwege dit historische gegeven is het opmerkelijk dat het item antisemitisme in de SGP-studie ontbreekt. Zou een schijnbaar verwante nieuwe partij niet dezelfde fout kunnen begaan als SGP’ers van toen?
Voeg daarbij het gegeven dat elke naoorlogse populistische partij zich vroeg of laat moet verhouden tot het (onuitroeibare) antisemitisme. Dat wil alle populistische bewegingen, rechts of links, infecteren. Vanwege deze lacune, de eigen SGP-geschiedenis en het debacle van de FVD is het verstandig dat het instituut zijn huiswerk op dit punt overdoet. De vraag waarom dit aangelegen thema in een van zijn wetenschappelijke studies ontbrak, is door de implosie van FVD niet achterhaald. Het rechtspopulisme blijft; de SGP hopelijk ook.
Misleidend
Het pleidooi voor een bondgenootschap tussen SGP’ers en rechtspopulisten stoelt op ideologische motieven. Beide groeperingen zouden de joods-christelijke cultuur willen behouden. In het debat hanteren voor- en tegenstanders het begrippenpaar ”joods-christelijk”. Ten onrechte.
Deze uitdrukking ontstond in de 19e eeuw in de VS. In de eerste helft van de 20e eeuw werd dit begrippenpaar een inclusieve term om het jodendom gelijk te schakelen aan het christendom. Zo werd de indruk gewekt dat joden en christenen samen het antisemitisme bestrijden.
Na de oorlog werd de combinatie gebruikt om een front te vormen tegen het communisme; protestanten, joden en rooms-katholieken tegen de communisten. Na de val van het IJzeren Gordijn (1989) gebruikten Amerikaanse neoconservatieven deze uitdrukking eerst tegen de secularisering en individualisering van de samenleving en na 9/11 tegen de islam. Joden en christenen bevechten moslims.
In de jaren 80 en 90 duikt dit begrippenpaar in Nederland op. Seculiere politici van rechts pleitten tegenover het cultuurrelativisme van links voor een herwaardering van de Nederlandse cultuur; die cultuur was joods-christelijk. Na 9/11 en Pim Fortuyn positioneerden dezelfde politici deze combinatie tegenover de islam. Vandaag staat de joods-christelijke traditie voor vrijheid, openheid en democratie tegenover het totalitaire karakter van de islam. Het begrippenpaar is een politieke categorie met een discutabele ontstaansgeschiedenis, dat huidige seculieren gebruiken om de westerse cultuur af te zetten tegen een dominante religie uit het Midden-Oosten.
Joodse wetenschappers verfoeien om andere redenen dit begrippenpaar. De combinatie suggereert namelijk een eeuwenlang bondgenootschap tussen jodendom en christendom in West-Europa. Of zoals Van de Breevaart in zijn studie stelt: „De Joods-christelijke cultuur van de laatste twee eeuwen wijst geweld tegen mensen van een andere godsdienst, politieke overtuiging, ras, sekse of seksuele geaardheid principieel af.” De wreedheden tegen Joden, het racisme en het vernederen van homoseksuelen en andere minderheden in de West-Europese geschiedenis weerleggen deze irrealistische these.
Analyse
In een wetenschappelijke bezinning op de vraag hoe theocraten zich moeten verhouden tot rechtspopulisten is het begrippenpaar joods-christelijk misleidend. Tegelijk bewijst de discussie tussen christelijke voor- en tegenstanders van samenwerking met rechtspopulisten het grote belang van een grondige analyse van de cultuur van nu. In de westerse cultuur strijdt een totalitaire ideologie, die wortelt in de bodem van het atheïsme en nihilisme, om het absolute alleenrecht.
Die ideologische strijd is verbeten, zo bewezen recente Kamerdebatten. In een ervan veegde een premier van liberalen huize met een opmerking de vrijheid van het christelijke onderwijs van tafel. Alle politieke partijen steunden Rutte. In één klap werd duidelijk dat SGP’ers geen ideologische bondgenoten hebben.
Theocraten staan alleen. Die plaats biedt hun een uitstekende uitgangspositie voor een voortdurende doordenking van het theocratisch gedachtegoed. Dit gedachtegoed beoogt niet het conserveren van een samenleving of subcultuur, maar het behoud van heel het volk voor Gods Koninkrijk.