Parlementaire enquête naar integriteit CDA-gedeputeerde Koopmans
De provincie Limburg besloot vrijdag tot een parlementaire enquête naar de handelwijze van CDA-gedeputeerde Ger Koopmans. Een meerderheid van de staten nam dit besluit ondanks verzet van VVD, CDA en PVV en excuses van Koopmans. Die spijtbetuigingen kwamen pas toen zich een meerderheid in de staten aftekende voor een enquête. De staten vinden dat Koopmans en gouverneur Theo Bovens (CDA) vragen over de integriteit van Koopmans onvoldoende hebben beantwoord.
Koopmans was enkele jaren commissaris bij het Limburgse baggerbedrijf Terraq. Publicaties hierover in NRC leidden tot verwijten dat Koopmans dit commissariaat niet gemeld had binnen de staten, en hij zich bovendien in 2016 had bemoeid met een project in Venlo, waarbij ook Terraq betrokken was. Verder had hij een mail van Terraq niet afgegeven aan toenmalig collega-gedeputeerde Daan Prevoo (SP), maar doorgestuurd naar ambtenaren zonder Prevoo daarvan in kennis te stellen. Prevoo was voor ontgrondingen als in Venlo verantwoordelijk.
Zeven partijen ondertekenden vrijdag een motie van de SP voor een enquête naar de handelwijze van Koopmans. Dat was nog geen meerderheid. Gouverneur Bovens probeerde deze enquête vrijdag te voorkomen door een eigen onderzoek onder leiding van de Limburgse staten voor te stellen. Tevergeefs. Toen na lang debatteren ook een achtste statenfractie (D66) zich aansloot bij de indieners van de motie, was er een meerderheid voor de enquête.
VVD, PVV en CDA stemden tegen. De PVV wilde liever een extern onderzoek en CDA en VVD steunden het voorstel van Bovens. Het CDA vindt een enquête, waarbij mensen onder ede worden gehoord, een te zwaar middel. Uiteindelijk steunde D66 de motie voor een enquête omdat er volgens fractievoorzitter Marlou Jenniskens geen redelijk alternatief voor zo’n aanpak is.
Koopmans ontkende eerder dat hij de schijn van belangenverstrengeling heeft gewekt. Tijdens de statenvergadering vrijdag bood hij echter alsnog zijn excuses aan. „Ik heb in 2014 de verkeerde keuze gemaakt”, zei hij. „Ook het doorsturen van de mail was verkeerd, waardoor een schijn van belangenverstrengeling ontstond.”