New York ging een eeuw geleden ondergronds
Er heerste een ware feeststemming in New York op 27 oktober 1904. De eerste ondergrondse verbinding van de Interborough Rapid Transit Company (IRTC) legde op die dag de afstand af tussen City Hall (het stadhuis) en het eindstation onder de 145e Straat (West). Een afstand van ruim 9 mijl (14,5 km), die burgers, werkers en zakenlieden moest verlossen van de geweldige verkeersdrukte die bovengronds tot opstoppingen en vertragingen leidde.
Mensen joelden, de veerponten floten, kerken luidden hun klokken en tal van nieuwsgierigen stroomden naar de stations om daar getuige te zijn van de eerste verrichtingen van ’hun’ ”subway” oftewel ondergrondse. The New York Times omschreef de stemming in de stad de volgende dag als „carnavalesk.” Auto’s waren er natuurlijk nog nauwelijks, maar New York was een financieel centrum en handelsstad. Zonder telefoon moesten zakenlieden hun afspraken persoonlijk maken, dus dat vereiste veel gereis bovengronds, per koets, over soms slecht geplaveide straten.
Met de subway brak een nieuw tijdperk aan, hoewel erbij gezegd moet worden dat New York niet de eerste stad was met een ondergrondse verbinding en zelfs niet de eerste Amerikaanse stad. Londen was alle andere steden voorgegaan met de eerste plannen voor zo’n verbinding in 1843. Na de voltooiing van de tunnel onder de Thames stelde Charles Pearson voor om een ondergronds transportnet te beginnen. Tien jaar later gaf het parlement hiervoor toestemming en in 1860 begonnen de praktische voorbereidingen. Op 10 januari 1863 was het zover. Tal van steden volgden: Boedapest (1896), Parijs (1900) en in de VS Boston, waar de eerste subway werd geopend in 1897.
Plannen waren er toen al volop in New York. Na het succes van de Londense subway stelde zakenman Hugh Wilson in 1865 voor om hier ook zo’n verbinding in te maken. Dat zou het zakenverkeer ten goede komen, werknemers zouden sneller van en naar hun werk kunnen reizen en New Yorkers zouden de drukte van de stad gemakkelijker kunnen ontvluchten en dan kunnen doorreizen naar de rijke voorsteden zoals Harlem, dat pas later verarmde en een toevluchtsoord voor de Afro-Amerikaanse bevolking werd. Het zou echter tot 1900 duren voordat er concreet een begin met de aanleg werd gemaakt.
Wie vandaag de dag onder New York reist komt de overblijfselen van die eerste periode nog tegen. De ”blauwe lijn” (A, C en E), de ”rode lijn” (1,2,3 en 9), de ”groene lijn” (4, 5 en 6) of de ”gele lijn” (B, D, F en Q). Er waren meerdere netwerken, die allemaal onafhankelijk van elkaar opereerden.
„Amerika is het land van de vrije ondernemer en dat was in New York ondergronds niet anders dan bovengronds”, vertelt Joseph Brennan, een transportfanaat die belangstellenden regelmatig boven- en ondergronds langs de historische subway-tracés van New York voert. Veel is er niet meer over van die eerste dagen. De meeste van de oorspronkelijke 28 stations zijn verdwenen of in de loop van de tijd ingrijpend gemoderniseerd.
Maar in het station Bleecker Street zijn alle acht oorspronkelijke ondergrondse naamaanduidingen behouden gebleven. Men vindt er ook nog enkele terug in het station onder Union Square/14e Straat. In het huidige station City Hall/Brooklyn Bridge is nog een deel van een muur van het eerste station te vinden.
„Aanvankelijk gebruikte men een eenvoudige methode voor de aanleg van de subway”, aldus Brennan. „Men boorde de harde rotsgrond open en legde zo een tracé aan. In die gleuf bouwde men vervolgens een stalen geraamte, dat werd afgewerkt met cement en steen. Ten slotte werd alles weer met aarde en vergruisd rotsmateriaal bedekt. Maar het duurde niet lang of concurrerende lijnen moesten elkaar kruisen. Toen werd het pas echt moeilijk, want er moesten tunnels geboord worden.”
Denkt u nog wel eens aan die eerste karren met paarden of ezels die rotsblokken wegzeulden voor de eerste subway-trajecten? „Welnee”, aldus Patricia Flow, studente communicatie aan de Columbia Universiteit in New York. „Voor mij is New York ondenkbaar zonder sub; dat is voor mij even gewoon als mijn eigen armen en benen.” Zij kan zich nauwelijks een wereld voorstellen zonder ondergrondse of zonder vliegverkeer. „Het enige moment waarop ik nog wel eens bewust nadenk over de sub is als er gepraat wordt over mogelijke aanslagen of zo. Of als er weer een nieuwe tariefsverhoging aankomt zoals nu, want ik vind 2 dollar per rit al duur genoeg.”
Woordvoerder John McCarthy van de Metropolitan Transportation Authority (MTA), de organisatie die in de tweede helft van de vorige eeuw verantwoordelijk werd voor alle openbaar vervoer in New York, ondergronds en bovengronds: „Ik geef toe, 2 dollar is meer dan de 5 dollarcent die de eerste reizigers een eeuw geleden betaalden. Maar als je kijkt naar het gemak, de snelheid en de relatieve veiligheid van ons ondergrondse net, dan is 2 dollar nog erg goedkoop.”
Relatief veilig, inderdaad. Er zijn sommige trajecten die je ’s avonds laat of ’s nachts beter kunt mijden. Maar in het algemeen is dit (ondergrondse) systeem dat dag en nacht functioneert en dat miljoenen mensen transporteert niet meer weg te denken uit deze rumoerige wereldstad.