Hoe het verder moet met de eilanden is in belangrijke mate aan die eilanden zelf, vindt de bewindsman. Hij reageerde daarmee op het rapport van de commissie-Jesurun over de bestuurlijke toekomst van de Nederlandse Antillen. Die commissie kwam eerder deze maand tot de conclusie dat Curaçao en Sint Maarten een status aparte zouden moeten krijgen, en de andere drie eilanden een directe relatie met Nederland. Daarmee komt er een einde aan het land Nederlandse Antillen.

De Graaf is niet bereid haast te maken met de invoering van de nieuwe staatkundige structuur voor de Antillen, zoals de Tweede Kamer had gevraagd. Er zijn nog te veel vragen die zorgvuldig beantwoord moeten worden, voordat een werkbaar plan in elkaar kan worden getimmerd, vindt hij. GroenLinks-kamerlid Halsema waarschuwde De Graaf ervoor dat zorgvuldigheid ook de vijand kan zijn van daadkracht.

Een meerderheid van de Kamer pleitte verder voor een cadeau voor de Antillen ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van het Koninkrijksstatuut volgend jaar. Zo opperde kamerlid Rijpstra (VVD) kunstgrasvelden te schenken en kwam Dittrich (D66) met het plan geld voor natuurbeschermingsorganisaties te geven. De Graaf ziet zichzelf nog niet zo snel zijn collega Zalm van Financiën overtuigen van de noodzaak om daar geld voor uit te trekken. „Ik vraag me ook af of dat wel de beste besteding is”, zei de bewindsman, hoewel hij de gedachte als sympathiek bestempelde.