Luther Museum wil zwart en wit met elkaar verbinden
De tentoonstelling ”Kerken en slavernij” in het Luther Museum in Amsterdam was al uitgedacht voordat de Black Lives Matters-beweging op gang kwam. „In de lutherse kerken zitten zwart en wit al jaren naast elkaar.”
De Raad van Kerken maakte in 2013 in de ”Verklaring over het slavernijverleden” officieel excuus voor de kerkelijke betrokkenheid bij de slavernij. Dat was de aanleiding om de werkgroep ”Heilzame verwerking slavernijverleden” op te richten. „Die moest inhoud geven aan de verklaring, in de context van onze eigen traditie”, aldus ds. Andreas Wöhle, president van de lutherse synode binnen de Protestantse Kerk in Nederland en predikant in Amsterdam.
Vertaalslag
De nieuwe tentoonstelling, voorafgegaan door een symposium in 2019, wil een aanzet geven tot een verdere doordenking van het thema ”slavernij en kerken”. Naast de lutherse kerk in Amsterdam zijn bijvoorbeeld ook de Evangelische Broedergemeente en de Raad van Kerken van Amsterdam betrokken. Ds. Wöhle: „We willen onderzoeken wat wij voor andere kerkelijke gemeenschappen kunnen betekenen. Want denk niet als kerk: bij ons speelt dit thema niet.”
Het maken van de tentoonstelling was een hele uitdaging, stelt Tonko Grever, kwartiermaker van het museum en verantwoordelijk voor de expositie. „Hoe maak je een vertaalslag van een symposium naar een expositie? Daarbij: er is niet zoveel geschikt beeldmateriaal om te gebruiken.”
Het museum vroeg curator Vincent van Velsen om relevante beelden te zoeken. De tentoonstelling is opgezet rondom Suriname, dat 45 jaar geleden onafhankelijk werd. Van Velzen: „De Lutherse Kerk was vanaf het begin actief in het Zuid-Amerikaanse land. Dat was een dubbele rol: enerzijds bracht de kerk zorg en onderwijs. Maar ze legitimeerde ook de slavernij, met een beroep op Noachs zogenaamde vervloeking van Cham.”
Kunstenaars
Van Velsen maakte een tijdlijn, waarop historische beelden –zoals plantagekaarten, foto’s en boeken– een plaats kregen. Vooral de afbeelding van ds. Jacobus Elisa Johannes Capitein trekt de aandacht. Capitein, als kind weggehaald bij zijn ouders en cadeau gedaan aan een Nederlandse koopman, promoveerde in Leiden. Hij stelde in zijn proefschrift dat slavernij niet in strijd is met de Bijbel. Zeer tevreden met deze constatering stuurde de West-Indische Compagnie de predikant naar Ghana, waar die op 30-jarige leeftijd overleed.
In de stijlkamer van het museum staat een sculptuur van brons. Van Velsen vroeg hedendaagse kunstenaars om nieuw werk te maken voor de tentoonstelling. Nelson Carrilho, afkomstig van Curaçao, heeft de voorkant van het Afrikaans aandoend beeld netjes afgewerkt en de achterkant ruw en oneffen gelaten. Carrilho wil daarmee de eeuwenlange onderdrukking van de Afrikaanse cultuur, die ook naar Suriname werd ‘verscheept’, weergeven.
Verbinding zoeken is het steeds terugkerende begrip. Ds. Wöhle: „Tijdens het symposium waren Surinamers uit de lutherse kerk van Paramaribo hier. We ervaren, als leden van een kerkelijke traditie, verbondenheid in het vieren van het heilig avondmaal. Gevoeligheden kunnen we daardoor op tafel leggen, omdat er sprake is van een diepe relatie.”
Scherp
Zijn een tentoonstelling en een symposium over kerk en slavernij wel nodig? Ds. Wöhle knikt. „We hebben met de werkgroep veel vergaderd. Tijdens een van die besprekingen voerde een Surinaamse man het woord. Wat hij zei deed ertoe. Een slim en scherp denker, dacht ik. En meteen erachteraan: en hij is zwart. Dan schrik je van jezelf en weet je dat er nog een hele wereld te winnen is, te beginnen bij jezelf.”
>>luthermuseum.nl